Drie spitsenopties Ajax: dit zijn de cijfers waar Overmars naar moet kijken

Drie spitsenopties Ajax: dit zijn de cijfers waar Overmars naar moet kijken

28-07-2016 16:30
47

De zoektocht naar een opvolger van Arek Milik heeft voor Ajax in ieder geval drie namen opgeleverd: Bertrand Traoré, Sébastien Haller en Bas Dost staan op het kandidatenlijstje van directeur voetbalzaken Marc Overmars, met Traoré als topkandidaat. VoetbalPrimeur bekijkt hoe de drie spitsen het afgelopen seizoen bij hun clubs hebben gedaan.

Bertrand Traoré (Chelsea)
Traoré mocht het afgelopen seizoen in het eerste elftal van Chelsea meedraaien, na het jaar daarvoor verhuurd te zijn aan Vitesse. Veel kwam de international van Burkina Faso niet in actie: tien keer mocht hij opdraven in de Premier League, waarvan zes keer als invaller. Gemiddeld speelde hij iedere Premier League-wedstrijd zo'n 38 minuten. Traoré scoorde wel twee keer: tegen Stoke City (1-1) en Newcastle United (5-1). Opvallende statistiekjes: zijn slagingspercentage in dribbels is enorm hoog (bijna 82 procent) en ook in zijn passing is hij uitzonderlijk zuiver (83 procent).

Sébastien Haller (FC Utrecht)
Haller was afgelopen seizoen dé man bij FC Utrecht, met 17 goals in 33 wedstrijden. Maar de Fransman was echt niet alleen gevaarlijk met zijn goals. De spits creëerde 0.97 kansen per wedstrijd, veel hoger dan Traoré (0.50) en Dost (0.59), wel natuurlijk op een stuk lager niveau. Ook werd hij veel vaker in het spel betrokken. Hij gaf per wedstrijd 28.82 passes (17.58 succesvol), tegenover 13.60 voor Traoré (11.30 succesvol) en 18.09 voor Dost (13.68 succesvol). Ander punt waar Haller in uitblink: zijn kopduels. Per wedstrijd won hij vijf kopduels, een succespercentage van bijna 62 procent.

Bas Dost (VfL Wolfsburg)
Dost was niet de vaste spits bij Wolfsburg afgelopen seizoen, met veertien basisoptredens en acht invalbeurten. Daarin scoorde de Oranje-spits wel netjes acht keer in de Bundesliga. De spits heeft een opvallend lage accuraatheid in zijn schoten (44 procent), maar wint wel het merendeel van zijn kopduels (54,7 procent) en, opmerkelijk genoeg, ook het merendeel van zijn dribbels (55,6 procent).