'Waar blijft jullie CEO?, vroegen ze in Japan: moet blijkbaar een grijze man zijn'
Wouter Gudde stopte op zijn 26ste als prof, had in de tussentijd ook al een universitaire studie afgerond en maakte sindsdien carrière als voetbalbestuurder. Via Excelsior is de oud-verdediger bij FC Groningen beland: de algemeen directeur hoopt binnenkort meer oud-profs in de directiekamer te zien.
Gudde staat samen met Jordens Peters – vorig seizoen gestopt bij Willem II, inmiddels aan de slag gegaan bij Roda JC – het Algemeen Dagblad te woord en noemt een aantal profs op in wie hij een toekomstige collega ziet. "Hoe meer oud-profs in de bestuurskamer, des te beter. Jongens als Willem Janssen, Bram van Polen of Wout Brama zijn ook toekomstige clubdirecteuren, vermoed ik. Intrinsieke motivatie en kennis van het wereldje; dáár gaat het om. In dat opzicht wordt de factor ervaring behoorlijk overschat."
Het directeurschap is volgens de vroeg begonnen Gudde een ervaringsvak. "Ik heb vier jaar nodig gehad om de directeur te worden die ik nu ben." De buitenwacht denkt echter dat voetbaldirecteurs iets meer jaren op de teller moeten hebben, heeft Gudde wel gemerkt. "Ik kan me nog herinneren dat ik in Japan was om te onderhandelen over Keito Nakamura (later uitkomend voor FC Twente, red.) en dat die clubmensen niet wilden geloven dat ik hun gesprekspartner was. Waar blijft jullie CEO?, vroegen ze steeds. Ha! Ze gaan er blijkbaar van uit dat een clubdirecteur een oude, grijze man moet zijn."
Dat er ook mindere kanten aan zijn vak zitten, weet Gudde inmiddels ook. Zijn vader Eric – werkzaam bij de KNVB, nadat hij jarenlang bij Feyenoord had gezeten – is al vaak de kop van jut geweest. "Van dichtbij weet ik hoe confronterend bedreigingen zijn. Mijn vader is zo vaak bedreigd dat we de tel zijn kwijtgeraakt. Geloof me, dat doet wat met een familie. Zoals het nu ook een merkwaardige gewaarwording is om van mijn zoontje te horen als hij op school getreiterd is, omdat FC Groningen heeft verloren van NEC."
Gudde junior wil de scepsis voor zijn door zo transparant mogelijk naar buiten te treden en in de behoeftes van de gehele achterban te voorzien. "Er komt nu een generatie aan die niet negentig minuten naar een wedstrijd gaat kijken. Vinden ze te saai. Zij willen een goed wifi-netwerk in het stadion, zodat ze tijdens een wedstrijd van FC Groningen ook de Formule 1 kunnen volgen op hun telefoon. Je moet als directeur, kortom, vooral feeling hebben met je achterban. De wereld verandert snel."