'Niet voor niets dat scheidsrechters eerst Ajax-Feyenoord doen en daarna andersom'
Het is moeilijker om De Klassieker in een volle Kuip te fluiten, dan om diezelfde wedstrijd in de Johan Cruijff Arena te leiden. Dat vindt Danny Makkelie, die één van de weinige arbiters is wiens eerste Klassieker in Rotterdam plaatsvond.
Makkelie erkent dat het publiek in De Kuip een factor is die het fluiten in dat stadion, zeker tegen Ajax, lastiger maakt. "Het publiek zit daar dichter op het veld, het is vijandiger, het publiek is kritischer en meer aanwezig", zegt hij in een groot interview met Voetbal International. "Je hoort daar ook meer, de akoestiek is anders. Het hangt daar als een deken over de wedstrijd, waardoor het complexer is omdat er meer invloeden van buitenaf zijn."
Het is daarom vaak zo dat scheidsrechters die De Klassieker te fluiten krijgen, eerst in Amsterdam beginnen. "Je moet in Rotterdam mentaal sterker zijn", denkt Makkelie. "Het is niet voor niets dat de meeste scheidsrechters eerst een Ajax-Feyenoord fluiten voor ze een Feyenoord-Ajax leiden. Ik ben een van de uitzonderingen bij wie het andersom is gegaan, denk ik."
De arbiter uit Dordrecht is er trots op dat hij al vier keer de fluit mocht hanteren bij een wedstrijd tussen Feyenoord en Ajax. "Eigenlijk zijn alle Klassiekers hoogtepunten. Het is het hoogste wat je in Nederland kunt bereiken. Het is niet iedere scheidsrechter gegeven, maar eigenlijk moet je hem minimaal één keer gefloten hebben."