'Een voetballer van Ajax hoort niet zo te leven, dus ik moest op de blaren zitten'
Lorenzo Ebecilio debuteerde in 2011 onder Frank de Boer bij Ajax, maar raakte na zijn Amsterdamse periode in de vergetelheid. De vleugelaanvaller, die tegenwoordig onder contract staat bij een Cypriotische tweedeklasser, doet voor het eerst zijn verhaal.
Achyronas Liopetriou bood Ebecilio een kans om weer terug te keren in het profvoetbal na avonturen in Rusland, Azerbeidzjan en Japan. De nu dertigjarige aanvaller is klaar om er weer wat van te maken en vindt de tijd rijp om met Voetbal International terug te blikken op zijn eerste jaren als profvoetballer, waar ook zijn periode bij Ajax ter sprake komt.
In 2010 nam De Boer het over bij de Amsterdammers en dat was voor Ebecilio een gouden kans, maar toch had hij moeite met alle aandacht. "Ik was negentien en er kwam ontzettend veel op me af. Na mijn debuut tegen Vitesse speelde ik bijna alles. Voor ik het wist speelde ik in de Champions League. Frank is een winnaar en een enorme professional. Uiteindelijk was ik in die fase nog niet zo professioneel."
De aanvaller kwam meermaals in opspraak, zoals toen hij in 2011 een dag voor de grote kampioenswedstrijd tegen FC Twente naar een kickboksgala in Hoorn ging. Daar brak een vechtpartij uit in het publiek. "Ik ging naast het voetbal ook veel stappen en deed wat ik leuk vond", vertelt hij. "Zo hoort een voetballer van Ajax natuurlijk niet te leven. Dus ik moest op de blaren zitten."
Tijdens wedstrijden voelde Ebecilio zich ook niet op zijn gemak. "Ik deed alles op tachtig procent. Puur omdat ik niet durfde. Het vertrouwen ontbrak. Frank gaf me dat wel, maar ik had zelf niet het pure geloof in mezelf. Dat kwam later pas in het buitenland."