28,15 euro per goal: stadionbezoek Eredivisie valt duur uit, wél waar voor je geld
Een maximale bezetting van één derde: het is alvast een begin, maar hopelijk mogen de Nederlandse voetbalstadions binnenkort weer helemaal volstromen. Dat neemt echter niet weg dat een stadionbezoek geen goedkope hobby is: per doelpunt ben je in de Eredivisie gemiddeld 28,15 euro kwijt, blijkt uit onderzoek van Cheaptickets.nl. VoetbalPrimeur licht de meest opvallende uitkomsten van deze studie uit.
In de zogeheten Voetbal Prijsindex zijn de ticketprijzen van 28 competities overal ter wereld – van de Premier League, de Bundesliga en de Eredivisie tot de competities van Zuid-Korea, Kroatië, Paraguay en Qatar – in kaart gebracht. Ook is er gekeken in welke competities de toeschouwers het meeste waar voor hun geld krijgen, in de vorm van kwaliteit op het veld en spektakel. Waar staat de Eredivisie wereldwijd in dit opzicht?
Eredivisie op zeven na duurste competitie
Laten we allereerst kijken naar de prijzen voor losse kaartjes. In de Voetbal Prijsindex worden vier categorieën onderscheiden: zitplaatsen op de lange zijde (gemiddeld 82,50 euro in de Eredivisie) en achter het doel (55 euro) voor reguliere wedstrijden, plus zitplaatsen op de lange zijde (123,75 euro) en achter het doel (77,25) voor 'premium' wedstrijden. Onder die laatste categorie vallen de grote wedstrijden, tegen teams die vorig seizoen in de top-vijf zijn geëindigd: in Nederland gaat het dus om thuiswedstrijden tegen Ajax, PSV, AZ, Vitesse en Feyenoord. Alles bij elkaar komen we op een gemiddelde van liefst 84,56 euro uit.
Dat dit gemiddelde zo hoog uit is gevallen, komt volgens de onderzoekers door de grote vraag naar losse kaartjes en het relatief beperkte aanbod. Aan het begin van het huidige seizoen hunkerden de fans weer naar wedstrijden van hun favoriete club, maar mochten de stadions (ook) nog niet volledig gevuld worden. 'Tegelijkertijd hielden clubs vast aan het principe dat supporters met een seizoenkaart het eerste recht hadden om kaartjes aan te schaffen, waardoor er weinig vrije verkoop was', vullen de onderzoekers aan, in reactie op vragen van VoetbalPrimeur. 'Daardoor moest er vaak gezocht worden bij doorverkoopplatforms, waar vaker woekerprijzen worden gehanteerd. Dit alles leidde tot hogere gemiddeldes.'
Wat heet: de ticketprijzen in de Eredivisie wijken liefst 137,66 procent af van het gemiddelde van de 28 onderzochte competities. Dat wil zeggen: als een gemiddeld kaartje honderd euro kost, zou de prijs voor een Eredivisie-wedstrijd op 237,66 euro liggen. Daarmee staat Nederland wereldwijd in een niemandsland op plek acht, tussen Portugal (afwijking van 209,25 procent) en Turkije (90,53 procent). De Engelse Premier League is qua wedstrijdbezoek de duurste competitie en blijft de Amerikaanse Major League Soccer en de Spaanse Primera División voor op het podium (332,90 om 278,29 en 268,39 procent). In de Stars League van hekkensluiter Qatar zijn de kaartjes, omgerekend in euro's, juist 92,44 procent goedkoper dan gemiddeld.
Prijs per doelpunt in productieve Eredivisie: kan goedkoper, kan duurder
Een wedstrijdbezoek in de Eredivisie mag dus wat kosten, maar dan krijgen de fans er ook het nodige voor terug. In de onderzochte periode tijdens dit Eredivisie-seizoen vielen gemiddeld 3,01 doelpunten per wedstrijd. Daarmee haalt Nederland samen met Oostenrijk brons in dit klassement, net onder de Duitse Bundesliga (gemiddelde van 3,03) en de verrassende koploper, de Italiaanse Serie A (3,04). De gemiddeldes liggen overigens niet heel ver uit elkaar: de Griekse Super League sluit de rij met een moyenne van 2,20 goals per wedstrijd.
Als dit doelpuntengemiddelde wordt gekoppeld aan de ticketprijzen, dan is een stadionbezoeker in de relatief dure Eredivisie dus gemiddeld 28,15 euro kwijt per goal. Daarmee is onze hoogste voetbalcompetitie de elfde van de 28 onderzochte competities, gerangschikt van duur naar goedkoop: op gepaste afstand van de Premier League (duur en niet bovengemiddeld productief: 70,11 euro per goal) en ruim boven de eerder genoemde Stars League van Qatar (goedkoop en redelijk productief: 84 cent per goal).
Kosten-kwaliteitverhouding: tussen Portugal en Oostenrijk in
De derde en laatste categorie is de meest ingewikkelde: de verhouding tussen de kosten van het wedstrijdbezoek en de kwaliteit van het voetbal dat je te zien krijgt. De onderzoekers hebben hiervoor de gemiddelde ticketprijs, de marktwaarde van de spelers op het veld en de prestaties van de Europees spelende clubs meegenomen.
Wat de gemiddelde marktwaarde betreft staat de Eredivisie op plek acht, onder Portugal en boven Mexico, met 84,4 procent boven het gemiddelde van alle competities samen. Ter vergelijking: bij de Premier League wijkt de marktwaarde 1552,6 procent (!) af van het gemiddelde. Hoe ver de Nederlandse clubs zijn gekomen in Europa – Ajax haalde vorig seizoen de kwartfinale van de Europa League, PSV strandde twee rondes eerder – telt ook mee in hoe de Eredivisie kwalitatief wordt ingeschat.
Met die twee factoren gekoppeld aan de gemiddelde prijs voor een kaartje, krijgen we een zogeheten kosten-kwaliteitsscore van 66,82, waarmee de Eredivisie de negende competitie in de ranking is. Portugal blijft 'ons' net voor (74,11): een kaartje voor een gemiddelde Primeira Liga-wedstrijd is duur en heel veel doelpunten vallen er niet, maar de fans zien wel betere spelers – dat wil dus zeggen: spelers met een hogere marktwaarde – aan het werk dan in de Eredivisie. Wedstrijdbezoekers in Oostenrijk zijn goedkoop uit en zien veel doelpunten, maar de Oostenrijkse Bundesliga (64,21) legt het door de lage marktwaarde van de spelers af tegen de Eredivisie. Nederland zit dus tussen Portgual en Oostenrijk in, toevalligerwijs net als op de actuele coëfficiëntenranglijst van de UEFA.
De Premier League blijft op dit gebied de maat der dingen, met een kosten-kwaliteitsscore van 100. De met afstand duurste competitie biedt de toeschouwers ook waar voor het vele geld: niet qua spektakel in de vorm van doelpunten, maar wel qua marktwaarde. Als je een kaartje voor een Premier League-wedstrijd koopt, heb je de doorgaans de garantie dat je ook de absolute wereldtop aan het werk ziet.
Conclusie
Uiteraard moeten er wat kanttekeningen geplaatst worden bij dit onderzoek, dat zich richt op een specifiek tijdvak in een niet-alledaags Eredivisie-seizoen. Als de stadions weer voor honderd procent gevuld mogen worden, zal dat ongetwijfeld invloed hebben op de gemiddelde ticketprijzen. En als dit onderzoek volgend jaar opnieuw wordt uitgevoerd, zal ook de kosten-kwaliteitsscore hoger uitvallen: de Eredivisie-clubs doen het nu namelijk een stuk beter in Europa dan in 2020/2021. Ook het gemiddeld aantal doelpunten – een belangrijke pijler onder het onderzoek – is uiteraard geen constante factor, als een volgende serie Eredivisie-wedstrijden onderzocht wordt.
Toch levert dit onderzoek heel wat interessante inzichten op. Als je naar het stadion komt om doelpunten te zien – voor welke prijs dan ook – dan zit je goed in de Eredivisie. Ook kwalitatief valt de Nederlandse competitie niet tegen, gezien de wereldwijde achtste stek op het gebied van marktwaardes. De gemiddelde ticketprijs is dit seizoen dus hoog uitgevallen, maar het kan altijd nog erger: in Engeland zie je qua spelersmateriaal het beste van het beste aan het werk, maar dan ben je wel ruim zeventig euro per doelpunt kwijt.
Kerncijfers Eredivisie (28 competities onderzocht)
Gemiddelde ticketprijs: 84,56 (137,66 procent boven gemiddelde, op zeven na duurste competitie wereldwijd)
Gemiddeld aantal doelpunten per wedstrijd: 3,01 (op twee na productiefste wereldwijd)
Kosten per doelpunt: 28,15 euro (op tien na duurste competitie wereldwijd)
Marktwaarde spelers: 84,8 procent boven gemiddelde (op zeven na beste competitie wereldwijd)
Kosten-kwaliteitsscore: 66,82 (op acht na beste competitie wereldwijd)
(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)