Tussen 4107 en 41.780 euro: amateurvergoedingen stijgen, wat staat er tegenover?
Hoewel het laatste normale amateurseizoen – zonder onderbrekingen – al bijna drie jaar achter ons ligt, gaat er nog genoeg geld om in de sector. Wie er lang genoeg voor doorleert, kan ruim veertigduizend euro verdienen in de top van het amateurvoetbal, maar ook in de lagere klassen kan het trainerschap een aardige bijverdienste zijn. Consultancybureau NMC Bright heeft na zes jaar weer een benchmarkrapport over het Nederlandse amateurvoetbal gepubliceerd, VoetbalPrimeur deelt de meest opzienbarende uitkomsten en spreekt twee ervaringsdeskundigen.
Door Hein Nooijens
Vergoedingen hoger dan zes jaar geleden
In de periode tussen de seizoenen 2015/2016 en 2021/2022 is uiteraard het één en ander gebeurd in de wereld, zowel binnen als buiten de lijnen. Tijdens het COVID 19-tijdperk zijn veel amateurclubs voor pittige uitdagingen komen te staan, maar bij de meeste clubs wordt er nog altijd meer betaald in vergelijking met het vorige onderzoek. Van de 320 ondervraagde clubs heeft ruim de helft meer besteed aan het zogeheten technisch kader – trainers, keeperstrainers en hoofd jeugdopleiding – van hun club, vergeleken met '15/'16. Bij één op de vier clubs zijn deze uitgaven juist gedaald zijn en bij zestien procent zijn de kosten gelijk gebleven.
Binnen deze populatie van 320 clubs ligt het salaris voor hoofdtrainer op gemiddeld 11.681 euro, al lopen de cijfers per niveau wel uiteen: van gemiddeld 41.780 euro in de Tweede Divisie (vijf onderzochte clubs) tot 4107 euro in de vijfde en zesde klasse (38 onderzochte clubs). Opmerkelijk is overigens dat trainers van de twaalf onderzochte hoofdklassers gemiddeld heel wat meer verdienen dan trainers in de Derde Divisie (zeven clubs onderzocht): 26.475 om 22.995 euro. Let wel: het gaat om brutobedragen en bovendien vallen eventuele kilometervergoedingen, cadeaubonnen en kantinepassen ook onder de jaarlijkse vergoedingen.
Zes uur kwijt voor uitwedstrijd
In de derde klasse verdient de doorsnee trainer 11.483 euro, net iets minder dan het landelijk gemiddelde dus. Voormalig prof Thijs Hendriks (ex-NEC en -Achilles '29) is werkzaam in die competitie, maar maakte onlangs zijn vertrek bij het Nijmeegse Brakkenstein bekend, wegens 'coronafrustratie' na drie ontregelde seizoenen. 'Hij geeft daarbij aan dat wij als vereniging er niets aan kunnen doen. Hij stopt heel veel tijd in het trainerschap, maar krijgt in zijn optiek er te weinig voor terug', verduidelijkte de club, die Hendriks eind 2019, vlak voor de eerste coronagolf, aanstelde.
Hendriks heeft inmiddels besloten om volgend seizoen DVOL uit zijn woonplaats Lent te trainen, maar zal tot die tijd circa vijftien uur per week in het trainerschap blijven steken. "Een beetje grove schatting, maar de twee trainingsavonden duren inclusief reistijd ongeveer drie uur. En als je om 14.30 uur een uitwedstrijd speelt waarbij je een half uur, drie kwartier moet rijden, dan moet je al om 12.00 uur verzamelen. 16.30 uur klaar, dan ben je rond 18.00 uur thuis, steek je toch al zes uur in het voetbal", rekent hij in gesprek met VoetbalPrimeur voor. Dat amateurtrainers betaald worden voor die uren, is niet ongebruikelijk. "Je ziet soms dat een hoofdtrainer de enige op de hele club is die op de loonlijst staat, ook in de vijfde klasse zie je dat."
Op trainingsavonden is Hendriks regelmatig The Last Man Standing op het sportpark. "Ik moet op dinsdag vaak afsluiten, dus ik ben dan als laatste weg. Als speler ga je naar de club en zie je wel wat er gebeurt, als trainer komt er toch wat meer bij kijken", aldus de eigenaar van een fysiotherapiepraktijk, die uren voor de training al met zijn voorbereiding begint. "Sowieso veel bereikbaar zijn op dinsdag en donderdag, af en toe bellen met jongens of ze wel of niet kunnen trainen, soms word je zelf gebeld, je moet je voorbereiden op de tegenstander van het weekend, bellen met trainers van andere clubs, je moet de training voorbereiden. Dus er komt wel wat meer bij kijken dan alleen die dinsdag- en donderdagavond op het veld. Het loopt ook vaak door mijn werk heen."
Opleiding tot hoofd opleiding
Nieuw in het rapport van NMC Bright is het fenomeen 'hoofd opleiding' (HO), waarvoor de KNVB sinds kort specifieke cursussen organiseert. "Trainers op het veld begeleiden, daar word je op beoordeeld. Maar het zit hem ook in het uitschrijven, uitrollen en bewaken van een beleid", vertelt Pasquale Hoekman, die na het afronden van zijn HO-cursus deze functie nu bij VV Noordwijk vervult. De Tweede Divisie-club heeft meer dan dertig jeugdteams, zowel prestatief als recreatief, die allemaal onder zijn verantwoordelijkheid vallen. "De ene dag ben ik op het veld bezig, met het begeleiden en ontwikkelen van de trainers, de andere dag ben ik bezig met administratieve en beleidsgerichte zaken. Bij ons krijgen de recreatieve teams net zoveel aandacht als de prestatiegerichte teams: ouders die hun kinderen willen trainen, worden net zo behandeld en begeleid als een selectietrainer."
Hoekman geeft daarom interne trainerscursussen, juist voor ouders van jeugdspelers. "Ouders zijn wel bereid om training te geven, maar ze stoppen op het moment dat de begeleiding en ondersteuning onvoldoende is, dáár willen we een slag in maken. Het is natuurlijk onwijs positief als jongens en meisjes uit de opleiding in het eerste elftal komen, maar we moeten niet alleen opleiden voor het eerste elftal, maar vooral voor de veteranenteams. Dat is onze maatschappelijke functie, waar plaats is voor iedereen. De ene speler of speelster is beter dan de andere, maar het gaat ons er vooral om dat ze een leven lang met plezier blijven voetballen."
Een gemiddelde HO verdient net geen vijfduizend euro, blijkt uit het onderzoek. Eén onderzochte club heeft een HO met het allerhoogste diploma – HO Pro – in dienst en trekt daarvoor 14.400 euro bruto uit. Hoekman heeft het één na hoogste diploma, net als twaalf andere opleiders in het onderzoek: de gemiddelde vergoeding voor deze groep is 8652 euro. HO's met een specifieke opleiding zijn in de minderheid – het komt voor bij 28 procent van de clubs, terwijl 58 procent een HO met een trainersdiploma in dienst heeft – maar verdienen over het algemeen wel meer: het één na hoogste opleidersdiploma HO A levert gemiddeld 8652 euro per seizoen op, tegenover 7285 euro voor opleiders met het één na hoogste trainersdiploma UEFA A.
Drie dagdelen in de week
Daar staat wel de nodige tijd en inzet tegenover: Hoekman werkt als gymdocent en is daarnaast drie forse dagdelen in de week aan VV Noordwijk kwijt. "Sommige clubs hebben een hoofd opleidingen fulltime in dienst, ik doe het parttime. Dat houdt in mijn geval in dat ik meestal, vanaf het einde van de middag tot 's avonds, twee trainingsdagen op de club ben. En op de zaterdag bekijk ik wedstrijden op de club en doe ik ook begeleidingsmomenten."
Voor zowel trainers als HO's geldt: hoe hoger de opleiding, hoe hoger (meestal) de vergoeding. Eerder in dit artikel haalden we het gemiddelde aan van 41.780 in de Tweede Divisie: het meest voorkomende trainersdiploma in die hoogste amateurcompetitie is UEFA Pro, dat ook volstaat om een profclub te mogen trainen. Maar een hoger trainersdiploma kost tijd én – bovenal – geld. "Als je richting eerste klasse gaat, moet je UEFA A hebben. Maar die cursus kost ongeveer tienduizend euro en duurt een heel seizoen, dan ben je eens in de twee weken een hele dag op locatie. Daar gaat echt heel veel tijd in zitten en die heb ik momenteel niet, omdat ik ook drie kinderen heb", weet Hendriks, zelf in het bezit van UEFA B, waarmee hij hooguit in de tweede klasse kan werken.
Hoekman zou nog op kunnen gaan voor HO Pro, het allerhoogste opleidersdiploma, dat de poorten naar het betaald voetbal opent. Volgens de cijfers van de KNVB kost dat net iets meer dan achtduizend euro en neemt dat twaalf maanden in beslag. "Wat je vaak ziet, is dat clubs bepaalde constructies bedenken. Zij betalen de cursus voor je en jij conformeert je voor een aantal jaren aan de club. Op het moment dat een prof- of amateurclub je interessant vindt en je hebt niet de juiste diploma's, dan word je toch vaak binnengehaald en wordt er gekeken naar het traject dat je dan ingaat. Het is me al wel eens aangeboden, maar ik heb er bewust voor gekozen om het altijd zelf te betalen, omdat ik niet aan een club vast wilde zitten", aldus Hoekman, die eerder al FC Rijnvogels (hoofdklasse), de jeugd van Almere City en ADO '20 (Derde Divisie) diende.
Conclusie
In de top van het amateurvoetbal is dus jaarlijks een aardige boterham te verdienen, voor trainers en ook voor opleiders, al dan niet in combinatie met een reguliere baan. Maar dat vereist ook de nodige inzet van de trainers en HO's: wie door middel van een cursus hogerop wil, zal daar bovendien flink in moeten investeren. Hoekman wil op termijn HO Pro en UEFA A halen, Hendriks zal zich ook komend seizoen bezighouden met zijn werk, zijn gezin en het trainen van een derdeklasser. "Dat is niet erg, want het is ook leuk om te doen, maar stiekem gaat er best wat tijd in zitten."