Vitesse op rapport: maar drie spelers lager dan 7 op feestelijke avond

Jeroen Houwen – 7: De feestelijke Vitesse-avond had zomaar eens heel minder feestelijk kunnen worden, toen Robert Ljubicic opeens oog in oog met Houwen kwam: de doelman voorkwam echter de 1-1 met een heel knappe reflex. Hij heeft echt niet alles goed gedaan sinds hij het stokje van Markus Schubert overnam, ook donderdag niet, maar de meeste Vitesse-fans zullen toch blij zijn dat Houwen nu onder de lat staat.

Eli Dasa – 8,5: Het loopwonder uit Israël groeide op deze avond uit tot architect. Dasa leidde de (eerste twee) goals van Grbic en Bero in met twee ragfijne balletjes: vooral zijn tweede assist was uit de kunst.

Alois Dominik Oroz – 6: De bal die hij vroeg in de wedstrijd bijna het stadion uit roste, staat symbool voor zijn speelstijl. Waar zijn teamgenoten de bal bij vlagen vrolijk rond lieten gaan, beperkte Oroz zich tot sober spel, met een krappe voldoende tot gevolg. In de slotfase ontsnapte hij nog wel aan rood, na een doldrieste tackle.

Danilho Doekhi – 8: Riechedly Bazoer was niet fit genoeg, leve Riechedly Bazoer! Aanvoerder Doekhi verving de middelste centrale verdediger met verve: zowel coachend als positioneel sterk en af en toe ver voorbij de middencirkel te vinden, door agressief vooruit te verdedigen.

Jacob Rasmussen – 7: In de openingsfase ging hij bijna de mist in met een terugkopbal, maar de Deen herstelde het zelf. Als hij in zijn kracht kan spelen, wat hij donderdagavond deed, dan is hij goud waard voor Vitesse.

Maximilian Wittek – 7: Van de vijf achterin is hij de meest kwetsbare in defensief opzicht, maar Wittek compenseert dat met zijn enthousiasme en aanvalslust. Qua rendement moest hij zijn meerdere erkennen in collega-back Dasa, al kreeg hij het publiek wel op de banken met één hakballetje.

Sondre Tronstad – 7,5: De Noor hield het lekker simpel en hielp Vitesse aan de controle over het middenveld. Vrijwel altijd aanspeelbaar, ook in de drukte, en vrijwel nooit balverlies.

Matús Bero – 7,5: De aanjager die Vitesse zo gemist had in Wenen, zo bleek na twintig minuten. Zijn loopactie was venijnig, zijn aanname met de borst was perfect en zijn afronding bleek uiteindelijk goed voor een ticket voor de volgende ronde.

Toni Domgjoni – 7: Bewaakte samen met Tronstad de balans op het middenveld, maar deed dat wel met iets meer frivoliteiten. Een straatvoetbalactie hier en daar: het was duidelijk dat de Zwitserse Kosovaar met vertrouwen speelde.

Nikolai Baden Frederiksen – 5,5: Hij verschalkte Niklas Hedl met een mooie stift, maar deed dat wel toen hij meters buitenspel stond. Het was dan ook niet de avond van de Deen, die bovendien een blessure heeft overgehouden aan deze wedstrijd.

Adrian Grbic – 7,5: In de Eredivisie hoeft Vitesse voorlopig niet op hem te rekenen – na zijn rode kaart tegen FC Utrecht – en in het volgende Conference League-duel is Loïs Openda weer terug. De in Wenen geboren spits kreeg uitgerekend op deze avond zijn voorlopig laatste kans en greep die met beide handen aan: Grbic koos een perfect moment uit voor zijn eerste goal in Arnhemse dienst en maakte ook keurig zijn verdedigende meters.

Invallers
Daan Huisman – 5,5: Viel in minuut 69 in voor de niet geheel fitte Frederiksen, op een moment dat ook bij de rest van de ploeg de krachten weg begonnen te vloeien. Vitesse moest overleven en Huisman kon zich tijdens zijn invalbeurt niet onderscheiden.

Patrick Vroegh – x: Loste in de slotfase Domgjoni af en speelde te kort voor een beoordeling.

Romaric Yapi – x: Verving Grbic in de extra tijd en speelde te kort voor een beoordeling.