'De grootste kras heb ik bij PSV opgelopen, daar ben ik niet goed behandeld'
Aad de Mos viert zondag zijn 75e verjaardag en blikt daarom in gesprek met De Telegraaf terug op de hoogte-, maar ook dieptepunten in zijn lange loopbaan. Zo baalt de trainer van zijn periode bij PSV.
"De grootste kras heb ik bij PSV opgelopen. Daar ben ik niet goed behandeld en dat heeft bij mij altijd doorgewerkt", stelt De Mos in De Telegraaf. Ik kom er nog met veel plezier. Niet voor de mensen, maar voor het voetbal; dat is een groot verschil. Het was van PSV niet eerlijk en niet goed. Ik moest in 1993 het elftal ombouwen en dat is de zwaarste taak voor een trainer."
De Mos vertelt dat voorzitter Jacques Ruts en manager Kees Ploegsma hem overhaalden, nadat hij successen had gevierd in België met Mechelen en Anderlecht. "Ik was volgens hen de enige die PSV kon reorganiseren." Het viel hem echter niet mee om spelers als Wim Kieft, Erwin Koeman, Berry van Aerle, Jan Heintze en Hans van Breukelen de deur te wijzen. "Helaas moest het doorselecteren met twee nieuwe mensen gebeuren, die me niet hadden aangesteld: Bill Maeyer en Frank Arnesen. Ik kwam te zwemmen, terwijl ik bezig was met Jaap Stam en Wim Jonk."
Volgens De Mos kreeg hij nooit een eerlijke kans bij PSV. "Het meest frustrerende vond ik dat ik van Arnesen totaal geen medewerking kreeg. Ik heb een lijstje met Ronaldo, Rivaldo en Roberto Carlos ingeleverd. Ik kreeg de vraag van Maeyer: Hoeveel interlands hebben ze gespeeld? Ik zei: Nul, maar ze gaan er wel een hoop spelen en ik denk dat ze statiegeld opleveren. Harry van Raaij, toen nog penningmeester, wilde spelers waar hij later aan kon verdienen. Op het laatste moment hebben we dankzij Romario die kleine Ronaldo nog kunnen binnen hengelen, voor het driedubbele."