Van Gaal noemt vijf 'uitzonderlijke spelers': 'Die zijn op één hand te tellen'
Louis van Gaal is in zijn trainerscarrière, die inmiddels ruim dertig jaar bestrijkt, zelden voetballers tegengekomen die het teambelang voor hun eigen belang zetten. De bondscoach van Oranje weet met de nodige moeite vijf spelers op te noemen die dat wél deden.
"Spelers, zowel jong als oud, zien over het algemeen niet het belang van het team. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar die kan ik na een carrière van dertig jaar op één hand tellen", begon Van Gaal, die later onthulde dat hij lijdt aan een agressieve vorm van prostaatkanker, zondagavond in het RTL-programma Humberto.
"Wie dat zijn? Uitzonderlijke types... De eerste aan wie ik denk is Danny Blind, mijn aanvoerder bij Ajax (en nu assistent-bondscoach, red.). De tweede is Pep Guardiola. Bij FC Barcelona heb ik hem na zes weken aanvoerder gemaakt, ook al was hij tot pas 23 of 24. Dat was in Spanje tegen alle principes in, omdat de band daar meestal naar de senior gaat."
"En dan moet ik al heel hard nadenken...", peinst Van Gaal. "Ik denk dat Mark van Bommel er ook één was. En Bastian Schweinsteiger. Die dachten altijd aan het team en konden dat ook overbrengen. Nu heb ik Virgil van Dijk die dat kan. Dat is een grote plus."
Van Gaal deed zijn uitspraken na een fragment uit LOUIS, de documentaire over zijn leven die volgende week in première gaat. Daarin zit de bondscoach achter het stuur, terwijl Frank en Ronald de Boer op de achterbank van zijn auto zitten en terugblikken op de mislukte WK-kwalificatie in 2002. Van Gaal werd ervan beticht dat hij te streng was voor de routiniers.