Salarissen Eredivisie stijgen ook in coronajaar: 'Ingeteerd op eigen vermogen'
De spelerssalarissen in de Eredivisie zijn licht gestegen in het coronaseizoen 2020/2021, ondanks de teruggevallen inkomsten voor de clubs. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek naar de Eredivisie-financiën van het Sports & Economics Research Centre (SERC) van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Alle clubs samen leden zeventig miljoen euro verlies en de meeste clubs besloten dat op te vangen met hun eigen vermogen. De salariskosten stegen echter, met één procent. "Er zijn veel grote verliezers, maar dat geldt niet voor een groot deel van de spelers", reageert onderzoeker Willem de Boer tegenover Trouw. "Dat de clubs ingeteerd hebben op het eigen vermogen is een bewuste keuze. Ze hadden het anders kunnen oplossen, door te bezuinigen op spelers."
De Boer noemt FC Twente als voorbeeld van een club die het anders aanpakte. De Tukkers gaven eigen jeugd een kans, verkochten de zelf opgeleide Joël Drommel aan PSV en zochten op de transfermarkt naar transfervrije spelers en huurlingen. "Ik had eigenlijk verwacht dat meer clubs in tijden van nood afscheid zouden nemen van dure spelers en voor de eigen jeugd zouden kiezen, om kosten te drukken. Dat is niet gebeurd."
De KNVB kijkt overigens niet op van de gestegen salariskosten in coronatijden. "De met 1 procent toegenomen personeelskosten zijn niet bijzonder vergeleken met de vaak grotere stijgingen van de loonkosten in andere sectoren", laat de voetbalbond weten in een reactie. "Een reden voor de stijging wordt niet gegeven, maar waarschijnlijk spelen langlopende contracten een rol, evenals de inflatiecorrectie."