Van den Brom blikt terug op pijnlijk ontslag: 'Vond ik zo flauw, ik was echt boos'
John van den Brom is tegenwoordig trainer van zijn geliefde Vitesse, maar eerder was hij ook actief in België. Daar kende hij zowel mooie als moeilijke periodes. Bij KRC Genk stond hij ruim een jaar aan het roer, tot hij onverwachts moest vertrekken. Dat ontslag kon hij maar moeilijk verkroppen en liet een bittere nasmaak achter.
Van den Brom werd in november 2020 aangesteld als hoofdtrainer van de Limburgse club en kende een wisselvallige start. Toch wist hij in zijn eerste seizoen de Beker van België te winnen met Genk, wat in België als een knappe prestatie werd gezien. Het seizoen daarop begon moeizaam, en in december 2021 volgde alsnog zijn ontslag.
Na een gesprek met sportief directeur Dimitri De Condé, algemeen directeur Erik Gerits en voorzitter Peter Croonen werd duidelijk dat Van den Brom moest vertrekken. "Je krijgt dan te horen: ‘Geen greep meer op de groep.’ Dat vond ik zó ontzettend flauw," zei hij daarover in Het Laatste Nieuws. "Ik was echt boos om mijn ontslag," voegde hij eraan toe.
Vooral het moeizame seizoensbegin van zijn aanvallende trio leek de directe aanleiding voor zijn ontslag. "Voorin had ik Théo (Bongonda), Paul (Onuachu) en Junya Ito. Die drie maakten samen 65 doelpunten in mijn eerste seizoen. En dán...," blikt Van den Brom terug.
De drie smaakmakers kregen in de zomer daarop een flinke contractverbetering, maar volgens Van den Brom pakte dat averechts uit. "Dat heeft noch die drie spelers, noch de rest van de kleedkamer goed gedaan. Je hebt ze daar overbetaald, vind ik. Ik ben er zeker van dat het heeft bijgedragen aan hun mindere prestaties in dat tweede seizoen," aldus de trainer.