
'Lawaaierigste stadion ooit' verdwijnt in Engeland: 'Uniek, heilige voetbaltempel'
In de nieuwe rubriek VP's Verhalenvertellers diept VoetbalPrimeur bijzondere verhalen uit de voetballerij uit: verhalen die het waard zijn om verteld te worden, maar die onder dreigen te sneeuwen in de waan van de dag. In deze derde episode komt Goodison Park aan bod: de oudste voetbaltempel van Engeland en de geliefde thuisbasis van Everton, staat namelijk op het punt voorgoed te verdwijnen. VoetbalPrimeur toog naar Liverpool om nog één keer de magie van The Grand Old Lady te vangen en herinneringen op te halen met ex-Evertonians Marcel Brands, Royston Drenthe en Raymond Atteveld.
LIVERPOOL
Frans Raaijmakers
Woorden krijgen net iets meer gewicht als ze worden uitgesproken door een Gouden Bal-winnaar. Toen de legendarische Eusébio in 2009 terugkeerde naar Goodison Park voor de Europa League-wedstrijd van zijn Benfica tegen Everton, schraapte de Portugees zijn keel, excuseerde zich voor zijn gebrekkige Engels en zei toen: "Dit is het beste stadion waar ik ooit in gespeeld heb."
Het is niet moeilijk te achterhalen waar de liefde van Eusébio vandaan komt. Tijdens het WK 1966 maakte een van de beste voetballers aller tijden op deze beroemde grond zes van zijn negen WK-goals. Historisch was de kwartfinale tussen Portugal en Noord-Korea. Na een 3-0 achterstand schoot Eusébio met vier goals alle Noord-Koreaanse dromen aan flarden: het werd uiteindelijk 5-3.
David Prentice lacht als hij deze middag aan de woorden van Eusébio herinnerd wordt. Hij is bekend met de beroemde uitspraak. Niet zo gek, Prentice is al 50 jaar verknocht aan Everton. In 1975 kwam hij als jonge fan voor het eerst op Goodison Park, daarna volgde hij de club bijna 35 jaar als journalist voor dagblad Liverpool Echo. Sinds een paar jaar is hij onderdeel van de communicatieafdeling van The Toffees.
"Arsène Wenger noemde dit stadion ooit het lawaaierigste stadion waar hij ooit was geweest", zegt Prentice terwijl hij aanschuift bij VoetbalPrimeur in de krappe perskamer in de buik van Goodison Park. Het is twee uur voor de wedstrijd tegen Manchester United die uiteindelijk in een spectaculair gelijkspel (2-2) zal eindigen. Buiten bij The Peoples Pub naast het stadion heft men al het glas. Het gezang blijft fijn hangen in de krappe straatjes, de Victoriaanse arbeidershuisjes leunen hier zowat tegen de hoofdtribune aan.
Dertig jaar droogte
"Everton is een van de grootste en meest historische voetbalclubs van Engeland, en ook één van de succesvolste", vervolgt Prentice. Dan, lachend: "Veel voetballiefhebbers zullen nu de wenkbrauwen fronsen, maar het is echt zo. We hebben nog steeds net zoveel titels gewonnen als Manchester City (negen) en drie meer dan Chelsea! Alleen hebben we al dertig jaar geen prijs gewonnen, iets waar onze buren ons vaak aan herinneren."
Hartelijker dan Prentice worden ze tegenwoordig niet meer gemaakt. Met grote regelmaat ontvangt hij schouderklopjes van passanten tijdens zijn rondleiding die hij binnen en buiten het stadion aan VoetbalPrimeur geeft. Hij is een bekende Evertonian, zoveel is duidelijk. Lang denkt hij na als de vraag wordt gesteld wat Goodison Park, opgetrokken in 1892 en daarmee het oudste voetbalstadion van Engeland, zo speciaal maakt.
Is het de rijke historie misschien? Het onderkomen was immers het toneel van FA Cup-finales, Everton-titels en dus zelfs een WK. Is het de nabijheid van grote rivaal Liverpool? De stadions van beide clubs liggen op een steenworp afstand van elkaar, slechts gescheiden door het knusse Stanley Park. Of is het misschien de nostalgie die van het onderkomen afdruipt, de geur van paardenmest die in het asfalt van Goodison Road is getrokken, het geluid van de kletterende oude houten stoeltjes, of de imposante pilaren die het uitzicht op sommige plekken bijna volledig blokkeren?
Sterven in het harnas
"Een beetje van dit alles", zegt Prentice, "maar drie elementen maken het stadion echt uniek." Allereerst het standbeeld van clublegende Dixie Dean, dat in 2010 naast het stadion werd neergezet. Hij is de topscorer aller tijden, en trof in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw in 433 wedstrijden 383 keer doel. Het hoogtepunt volgde in het seizoen 1927/1928 toen Dean zestig keer scoorde, nog altijd een absoluut record in Engeland.
Prentice: "Dan hoor ik mensen zeggen: ja, het was 1928, het was toen veel makkelijker om doelpunten te maken. Onzin! Als je kijkt naar het aantal doelpunten per wedstrijd lag het gemiddelde destijds op 3,7 per wedstrijd. Dit seizoen is dat 3,2. Geen significant verschil dus." Het standbeeld is in de loop der jaren overigens verworden tot een herdenkingsplaats voor overleden Everton-supporters. De grond ligt deze middag bezaaid met bloemen.
Het standbeeld van Dixie Dean voor Goodison Park.
De oud-journalist heeft Dean nooit ontmoet, maar er is wel degelijk een interessante link: Prentice is namelijk getrouwd met de kleindochter van de Everton-legende. "Mijn vrouw vertelt nog verhalen over hem." Prentice lacht als een anekdote over tafel rolt. Hij zegt dat er met grote regelmaat journalisten over de vloer kwamen, en Dean mocht ze lang niet allemaal. "Mijn grootvader hield in die tijd van de chocoladerepen van Cadbury, behalve van de nootjes. Dus likte hij de chocolade van de nootjes en bewaarde die vervolgens in een zakje. Als er een journalist langskwam die hij niet mocht, bood hij de afgelikte nootjes aan. Journalisten durfden vaak niet anders te reageren dan met dank u wel meneer. Haha, hij had een goed gevoel voor humor."
Dean overleed op 1 maart 1980. De manier waarop is even heroïsch als opmerkelijk. Na een lang ziekbed wilde de topscorer aller tijden namelijk nog eenmaal de beroemde Merseyside Derby tussen Everton en Liverpool meemaken op Goodison Park. Op de tribune aangekomen, kreeg hij een hartaanval. Dean overleed enkele minuten na het eindsignaal. Over sterven in het harnas gesproken.
St. Luke’s Church
Prentice staat op en wijst naar de hoek van het stadion. Element twee dat het stadion zo speciaal maakt is St. Luke’s Church in de noordwesthoek van het stadion. "De kerk is acht jaar voor het stadion gebouwd, Goodison Park is rondom de kerk ontstaan." Er is een tijd geweest dat de kerk vanaf het veld te zien was, en waaghalzen zelfs in de kerk klommen om de wedstrijd te kunnen bekijken. "In de kerk bid men tot God, in het stadion tot Everton. Allebei een vorm van religie, maar op een andere manier."
St. Luke’s Church is een speciale plek. Een plek waar de verf van de muren bladdert, maar op wedstrijddagen is het alsof je een waar Everton-museum binnenstapt. Overal vind je kraampjes met shirtjes, boeken en andere voetbalrelikwieën. De Everton FC Heritage Society is hier gehuisvest. Het is een groep vrijwilligers die de rijke geschiedenis van de club documenteert en vastlegt en een belangrijke rol speelt in het versterken van de band tussen de club, de supporters en de geschiedenis van Everton.
Het saamhorigheidsgevoel in de kerk is groot. Hier komt Everton’s bijnaam The People's Club echt tot leven. Neem Gaz Jones, het Heritage-lid dat iedereen bij de ingang van de kerk met een grote glimlach verwelkomt. Hij liep onlangs naar de uitwedstrijd tegen Wolves, zo’n 130 kilometer, om geld in te zamelen voor de renovatie van de kerk.
"Dit zijn de Everton-fans die de club maken", verduidelijkt Prentice, die daarmee meteen het derde en meest belangrijke element aanstipt: de fans. "We hebben een ongelooflijk gepassioneerde fanbase die elk jaar groter wordt. Ondanks het feit dat we al ruim dertig jaar niets hebben gewonnen, waren de seizoenkaarten in het nieuwe stadion in een mum van tijd uitverkocht. 53.000 fans in ons nieuwe stadion, maar we hadden nog veel meer seizoenkaarten kunnen verkopen. Onze fanbase is gigantisch!"
Muur van lawaai
Verschillende voetbalprominenten ondersteunen zijn verhaal. VoetbalPrimeur sprak voor dit artikel met Marcel Brands (3,5 jaar technisch directeur van Everton), Royston Drenthe (werd door Real Madrid een jaar uitgeleend aan Everton) en Raymond Atteveld, de eerste Nederlandse voetballer bij de club, hij speelde in de jaren negentig meer dan vijftig wedstrijden voor The Toffees.
"De atmosfeer was altijd fantastisch", steekt Atteveld van wal. "Een muur van lawaai kwam van de tribunes. Het was intimiderend voor de tegenstander. Dat was ook omdat de fans zo dicht op het veld zaten. Ik heb wel eens meegemaakt dat ik een sliding maakte en op de eerste rij belandde."
De Nederlander viel door zijn werkethiek en spijkerharde manier van verdedigen in de smaak bij de fans. "Ik kon het goed met ze vinden, ondanks het feit dat het een tijdje duurde voor ik erin kwam. Ik kreeg dan ook de bijnaam Lord Lucan. Ik moest destijds even opzoeken wie dat in hemelsnaam was, maar het bleek een Engelse aristocraat waar iedereen wel eens van had gehoord, maar niemand ooit had gezien. Zo keken de fans in het begin naar mij, haha!"
Evertonians herinneren Atteveld nog steeds als de speler die na afloop van het duel met Aston Villa in zijn onderbroek van het veld stapte. "Onze keeper Neville Southall kwam na het laatste fluitsignaal naar mij toe en zei: Dit is mijn laatste wedstrijd voor Everton, ik gooi straks het shirt in het publiek. Doe je mee? Waarop ik heel naïef zei: Geen probleem. Nou, ik kan je vertellen, het was net geen ontvoering, maar de fans pakten me beet en al mijn kleding werd van me afgescheurd. Ik kon nog net met twee handen mijn onderbroek vasthouden. Zo liep ik naar binnen en toen zag ik die gluiperd in een hoekje lachen. Hij zei: Wat doe jij nou? Ik heb mijn shirt van vijf meter in het publiek gegooid. En ik liep in mijn onderbroek van het veld.”
Iedereen uit zijn plaat
Drenthe keek in het begin ook zijn ogen uit op Goodison Park. "Ik was voor mijn komst naar Everton nog nooit op Goodison Park geweest. Ik herinner me nog hoe ik daar voor het eerst scoorde (Tegen Wigan Athletic in 2011, red.) en zag hoe iedereen volledig uit zijn plaat ging. Toen wist ik wel hoe uniek en groot het stadion was. Ik heb er een fijne tijd gehad."
De middenvelder weet nog hoe hij voor enorme opluchting zorgde door in 2012 in de FA Cup tegen Blackpool binnen een minuut de score te openen. "Als we die wedstrijd zouden winnen, zouden we vijf dagen vrij krijgen. Was dat niet het geval, dan zouden we de volgende dag gewoon moeten trainen. Iedereen had zijn tickets al geboekt. Ik maakte direct de openingstreffer, een enorme oppepper en opluchting voor iedereen. We wonnen en mijn teamgenoten wisten niet hoe snel ze hun koffers moesten pakken voor een korte vakantie."
De goal van Drenthe tegen Blackpool in beeld:
Sleeping giant
Marcel Brands, de huidige algemeen directeur van PSV, maakte de ontwikkelingen rondom het nieuwe stadion van dichtbij mee. Hij was technisch directeur van Everton tussen 2018 en 2021, de periode waarin het groene licht voor de bouw van het nieuwe onderkomen is gegeven. Het stadion kostte ongeveer een kleine miljard euro.
Dat groene licht was hard nodig, beaamt Brands. "Goodison Park is een prachtige voetbaltempel met veel sfeer, en waar fans bovenop het veld zitten. Toen ik daar werkte was het stadion natuurlijk ook iets wat de vooruitgang van de club op commercieel vlak blokkeerde. Everton is wel een soort van sleeping giant, en om het potentieel en de ambitie waar te maken ontkom je niet aan een nieuw stadion met meer commerciële mogelijkheden en een grotere capaciteit, want het zit altijd vol."
Brands herinnert zich nog hoe de club tijdens de coronacrisis functioneerde. Improviseren en aanpoten was het devies. "We moesten allerlei voorzieningen treffen vanwege de COVID-regels. Afstand bewaren in het stadion kon bijvoorbeeld niet. Toen hebben we een soort tent neergezet als uitkleedkamer, net buiten het stadion. Het was bij meer clubs destijds problematisch, maar bij ons was het wel echt schrijnend."
Brands en zijn team hebben destijds geprobeerd om draagvlak onder fans te creëren voor een verhuizing. Een overgang naar een nieuw onderkomen ligt immers gevoelig onder de supporters. "Wat hielp is dat we de fans vanaf het begin hebben betrokken bij de plannen van het nieuwe stadion. Hun input was belangrijk."
Sfeervol en intimiderend
De wensen van de fans zijn duidelijk, zegt David Prentice. Het nieuwe onderkomen moet sfeervol zijn. Intimiderend bijna. "Daar hebben we ook erg op ingezet." Zo zitten de supporters mede dankzij de steile helling van de tribune zo dicht mogelijk op het veld, en er is achter de goal een groot sfeervak (South Stand) waar maar liefst 14.800 fanatieke supporters terechtkunnen – een soort miniatuurversie van de beroemde Gelbe wand in Dortmund. Bovendien is het oorspronkelijke roosterwerk van de beroemde architect Archibald Leitch subtiel verwerkt in het nieuwe stadion, zodat een deel van de historie ook in het nieuwe stadion voelbaar blijft.
Daar komt bij dat het stadion is gebouwd in het beroemde oude havengebied van Liverpool, aan de rivier de Mersey, op de Bramley-Moore Dock. Dit gedeelte van de haven was in verval geraakt maar krijgt door de komst van het nieuwe stadion een flinke boost. De oude spoorrails en de monumentale hydraulische toren zijn eveneens gerestaureerd om de connectie met het verleden levend te houden. Tot slot is er een groot glazen raam over de lengte van de Zuidtribune aangebracht met een prachtig uitzicht over de skyline van Liverpool.
Het gaat een vreemde gewaarwording zijn, zegt de communicatieman van Everton. Vreemd als straks al die fans zich drie kilometer zuidwaarts van Goodison Park begeven. Prentice kijkt nog eens rond in het stadion dat deze middag inmiddels compleet is gevuld voor de wedstrijd tegen Manchester United. Elk stoeltje is bezet. Veel beenruimte is er niet, maar dat is ook niet nodig: een groot deel van de fans blijft staan.
Prentice: "Goodison Park is nou eenmaal heilig voor veel fans, de as van verschillende bekende oud-voetballers ligt er zelfs uitgestrooid. Maar we weten dat een nieuw stadion noodzakelijk is. Vergeet niet; de fans maken de sfeer op Goodison Park, en dat belangrijkste element verhuist gewoon mee. Hopelijk is het nieuwe stadion ook een turning point. We hebben al dertig jaar geen prijzen meer gewonnen, de langste periode zonder zilverwaar ooit voor Everton. Het wordt tijd dat we weer mee gaan doen om de prijzen, een nieuw stadion kan ons net dat juiste zetje geven."