Getergd ADO moet buigen na dubieuze rode kaart
Jelmer van der Dussen
UTRECHT
Desondanks moet de wedstrijd in Stadion Galgenwaard ADO weer een sprankje zelfvertrouwen geven. Na de afslachting op bezoek bij PSV was het nog maar de vraag hoe de residentieclub zich staande zou houden.
De 6-0 nederlaag in Eindhoven kwam hard aan bij ADO. Niet eens zozeer om de monsterscore waarmee de ploeg van André Wetzel naar Den Haag werd gestuurd, maar meer om het vertoonde spel. ADO speelde mak, inspiratieloos en was zowel individueel als in het teamgebeuren nauwelijks Hoofdklasse-waardig. Een bezoekje bij FC Utrecht, dat al sinds de competitieopening tegen PSV (1-5) niet meer in eigen stadion is verslagen, leek op voorhand dan ook een enkele reis naar de slachtbank.
Echter, de wilskracht die ADO zondagmiddag in Stadion Galgenwaard toonde, was een pluim waard en maakte de zeperd bij PSV vooralsnog een incident. Geholpen door een vroege voorsprong - Csaba Horvath kopte na een klein kwartier via de binnenkant van de paal raak - speelden de bezoekers doordacht in op het mankement van de Domstedelingen. FC Utrecht had door het beroerde veld moeite om het gewenste positiespel op de mat te leggen, waardoor creatieve jongens als Cedric van de Gun en Simon Cziommer de uitstekende vorm van de laatste weken geen vervolg konden geven.
Het antwoord van Utrecht na de openingstreffer van Horvath was nog wel veelbelovend. Vrijwel direct na de aftrap schoot Simon Cziommer via keeper Robert Zwinkels en de buitenkant van de paal naast, waarna Alje Schut uit de daaropvolgende corner zijn kopbal net over de lat zag vliegen. Maar de thuisploeg moest vervolgens toezien hoe ADO op de counter de gevaarlijkste ploeg was.
Waren de Hagenaren een tikje scherper geweest, dan had het al in de eerste helft optimaal kunnen profiteren van de slordigheden van FC Utrecht. Berry Powel was tot tweemaal toe dichtbij een treffer, maar een prima redding van Michel Vorm en een misser op slechts enkele meters van het doel hielden Utrecht in leven.
Dat deed arbiter Virant op slag van rust ook. Zijn dubieuze optreden - de Belgische arbiter schitterde in warrige beslissingen en dwalingen - leverde FC Utrecht vlak voor rust een strafschop op. De overtreding van doelman Zwinkels op Tom Caluwé was een typisch gevalletje ?hij had hem kunnen geven?, maar de daaropvolgende rode kaart mag zeer in twijfel worden getrokken. Beide spelers hadden de intentie om de bal te spelen, maar kwamen ongelukkig in aanraking met elkanders kruis. Desondanks trok Virant de rode kaart voor Zwinkels en belandde de bal op de stip; Gregoor van Dijk passeerde op koele wijze invaldoelman Boy Waterman.
De arbiter gaf FC Utrecht daarmee niet alleen een flinke zet in de goede richting, maar bracht ADO ook in diskrediet. De bezoekers zaten goed in de wedstrijd en bespeelden Utrecht op de juiste manier, maar moesten zich door de rode kaart beperken tot ruim 45 minuten tegenhouden. Dat lukte ADO lange tijd aardig. Utrecht wist de Haagse muur niet te slechten en maakte op enkele afstandschoten na geen enkele aanspraak op de overwinning.
De bezoekers moesten pas buigen toen Ali Boussaboun een kwartier voor tijd op fantastische wijze FC Utrecht de voorsprong bezorgde. De van een blessure teruggekeerde invaller schoot een vrije trap kiezelhard tegen de touwen: 2-1. Verdiend was de voorsprong niet te noemen. ADO hield goed stand en had eerder in de tweede helft zelfs nog een kans om op voorsprong te komen, maar een gevaarlijk Haags schot belandde in het zijnet.
Met de treffer van Boussaboun was het verzet van de bezoekers echter gebroken. Utrecht kon de resterende vijftien minuten eenvoudig uitspelen en liep zelfs uit naar een grotere score toen Sander Keller van dichtbij kon inkoppen: 3-1. De zure gezichten van ADO na het laatste fluitsignaal spraken boekdelen.