Voetbal verliest club met rijke historie
Haarlem werd op 1 oktober 1889 opgericht. De club draagt de bijnaam De Roodbroeken en speelde haar thuiswedstrijden in het Haarlem-stadion aan de Jan Gijzenkade in de hoofdstad van Noord-Holland.
In het begin van de vorige eeuw veroverde Haarlem twee keer de KNVB-beker, in 1902 en 1912. De club vierde het grootste succes in 1946 toen de landstitel werd binnengehaald. Kick Smit was destijds de belangrijkste man bij Haarlem. De aanvaller wordt nog steeds beschouwd als één van de meest prominente spelers van de Noord-Hollanders.
Haarlem degradeerde later naar de eerste divisie en werd daar in de jaren zeventig twee keer kampioen. Na de derde titel in 1981 volgde een aantal succesvolle jaren op het hoogste niveau. Met onder meer Ruud Gullit in de gelederen werd in 1982 Europees voetbal afgedwongen met een vierde plaats in de Eredivisie.
Die Europese campagne markeert ook een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Haarlem. In de tweede ronde van de UEFA-Cup is Spartak Moskou de tegenstander. Tijdens de uitwedstrijd voltrekt zich in Moskou een groot drama. Toeschouwers raken verdrukt door de enorme mensenmassa in het stadion. Bij de Loezjnikiramp kwamen 66 mensen om het leven.
Na de roemruchte jaren tachtig gleed Haarlem af naar de kelder van het betaalde voetbal. De club reikte de afgelopen twintig jaar nooit hoger dan de achtste plaats op de ranglijst van de eerste divisie.
Haarlem hoopte met de komst van een nieuw stadion weer een impuls te geven aan de sportieve successen. De bouw van de voetbaltempel werd echter afgeblazen omdat projectontwikkelaar Fortress het niet kon bekostigen door de financiële crisis. De gemeente Haarlem besloot tot een renovatie van het huidige stadion.
Het niet doorgaan van de stadionplannen was voor Haarlem een grote klap. De club kreeg de begroting voor het lopende seizoen niet op orde en sloeg begin november alarm. Diverse acties om de club van de ondergang te redden, leverden te weinig op. Een bankroet bleek onvermijdelijk.
(ANP)