
Bij Ziggo vertrokken presentator is bijzonder openhartig: 'Tv-wereld is fucked up'
Bas van Veenendaal vindt de tv-wereld ‘fucked up’, zo laat hij blijken in de podcast Voorgrond Muziek van Roland Molendijk. Eerstgenoemde maakte in september bekend dat hij stopte als presentator en verslaggever bij Ziggo Sport omdat hij als ondernemer mensen wil gaan helpen om hun ‘kerntalenten te ontdekken en ontwikkelen’.
Van Veenendaal laat in gesprek met Molendijk zijn licht schijnen op de wereld waar hij onlangs afscheid van nam. “Die tv-wereld is ook wel een beetje fucked up, toch?”, vraagt Molendijk aan zijn gast, die bevestigend antwoordt. “Al die ego’s en al die mensen...”, verzucht Molendijk.
“Ja, dat vind ik lastig”, reageert Van Veenendaal. “Ik hou daar niet zo van. Ik ben niet iemand die zo (ellebogenwerk, red.) werkt. Ik ga niet collega’s afvallen, dat past gewoon niet bij mij. Als ik daar dan niet verder mee kom, is dat maar zo.” Molendijk stelt de voormalig tv-maker dan een ‘gewetensvraag’. “Zit je daardoor op de plek waar je nu zit of denk je: eigenlijk had ik ergens anders moeten zitten, maar dan had ik met dat spelletje mee moeten doen?”
“Ik denk dat als ik beter was geweest in dat spelletje, dat ik dan misschien op een andere plek had gezeten”, aldus Van Veenendaal. “Wat het hoogst haalbare is in mijn werk? Dat is dus een hele interessante. Er is de laatste jaren een enorme ontwikkeling geweest. Toen ik zelf tv keek, had je Kees Jansma, Mart Smeets en Jack van Gelder. Tom Egberts kwam toen net. Je had een aantal sportpresentatoren en nu zijn het er een stuk meer, maar nog steeds maar heel weinig. Er zijn weinig plekjes en daarvan had ik er één. Het geeft wel aan dat je het goed hebt gedaan en een bepaalde kwaliteit biedt.”
“Het hoogst haalbare is ook veranderd. Vroeger was dat de NOS, dan wilde je Studio Sport doen. Dat was waar je naar keek, maar later kwam ik erachter dat ik dat nooit had willen doen”, vervolgt de voormalig presentator. “De NOS heeft natuurlijk ook EK’s en WK’s. Dat zou ik heel erg leuk vinden, maar als daaraan hangt dat ik de rest van het jaar sportjournalen moet voorlezen, dan doe ik het niet. Dat is niet mijn ding.”











