Martins Indi: "Basisplaats is niet onterecht"
"Toen De Cler een tijdje geleden geblesseerd raakte, wist ik dat ik zou gaan spelen", vertelt Martins Indi in Voetbal International. "Ik ben toch zijn stand-in. Dat de trainer me daarna liet staan, is mooi meegenomen, maar niet onterecht. Ik heb het niet slecht gedaan. Als je goed speelt, krijg je vertrouwen. Dat vertrouwen geeft de trainer me nu. En ik heb mijn hele leven kunnen rekenen op een basisplaats, was altijd belangrijk voor het team."
Aanvankelijk werd Martins Indi telkens gebruikt als stand-in. Gedurende die periode deed de verdediger er alles aan om de aandacht van trainer Mario Been te trekken. "Ik wilde zó graag spelen, dat ik onrustig op mijn stoel heen en weer zat te wippen. Vaak ging ik in de dug-out geluid maken. Begon ik met pinnen onder mijn voetbalschoenen op de vloer te tikken. Of ging ik hard hoesten, in de hoop dat de trainer me zou opmerken en denken: Hé, Bruno is er ook nog."
"Maar ik geloof niet dat-ie me heeft gehoord", vervolgt Martins Indi. "Die andere gasten op de bank lachen natuurlijk. Toen het zo koud was, moesten we met drietallen om de beurt warmlopen. Ik stoof dan langs de dug-out en liep nog net niet voor de trainer langs."