Hoofdklasse-spotlight: OJC Rosmalen
Door: Jordy van Treijen
Ondanks het feit dat OJC liefst zeven spelers moet missen door blessures en schorsingen is het team, deels bestaande uit onervaren jeugdspelers, te sterk voor de bezoekers. Met enkele prachtige doelpunten bepaalt OJC de eindstand op 4-1. Een resultaat dat uiteindelijk de achtste plaats op de ranglijst oplevert.
Voor de Rosmalense club komt daarmee een eind aan een seizoen van uitersten. De kersverse promovendus kende een droomstart: Regerend titelhouder Schijndel werd in het eerste duel met 4-0 van de kaart geveegd. Deze goede start kreeg aanvankelijk een passend vervolg en halverwege het seizoen stond de club op een verrassende vijfde plaats. Vervolgens ging het echter mis. OJC bleek niet de ervaring en koelbloedigheid in huis te hebben om de klus te klaren en zakte weg op de ranglijst. Uiteindelijk duurde het tot de voorlaatste speelronde voordat degradatie werd ontlopen. Met een knappe 2-1 overwinning bij SV Meerssen wist de nog jeugdige selectie lijfsbehoud te garanderen.
De verlenging van het verblijf in de Hoofdklasse is een resultaat die de omvang van de vereniging eer aandoet. Met ruim 1600 leden, meer dan 400 vrijwilligers en ruim 100 teams behoort OJC tot een van de grootste sportverenigingen in het zuiden van Nederland. Bovendien heeft de club sinds 2005 een hypermodern complex. Met behulp van een lening en de verkoop van het oude terrein kon de club de bouw van De Groote Wielen realiseren. Een sportpark (met een tribune voor bijna 600 man, moderne kleedkamers en een groot aantal bijvelden) dat bijdraagt aan de uitstraling van de club. En in Rosmalen is men maar al te trots op OJC. ?Ik ben al meer dan zestig jaar lid van deze club en kom er nog steeds graag?, aldus Jan Verbiesen. Verbiesen was in het verleden onder meer actief als teamleider van het eerste elftal en bezoekt sinds enkele jaren steevast iedere wedstrijd van OJC. De club is voor hem niet alleen een aardige vrijetijdsbesteding, maar ook een goede manier om tegenslagen te vergeten. ?Of het nu goed of slecht gaat, als ik naar OJC ga kijken vergeet ik alles even en heb ik het gewoon goed naar mijn zin.?
Waarom de club zo'n grote impact heeft op de regio en zich gesteund ziet door zoveel vrijwilligers, leden en supporters laat zich niet zomaar verklaren. Feit is wel dat OJC al jaren poogt haar eigen identiteit te behouden. Om dit te waarborgen wil het bestuur onder meer zoveel mogelijk spelers uit de eigen kweek in het eerste elftal hebben. Het halen van spelers van buitenaf wordt zoveel mogelijk gemeden. ?We hebben een uitstekende jeugdopleiding. Dat blijkt ook onder meer uit het feit dat we een nauwe samenwerking hebben met FC Den Bosch?, aldus bestuurslid voetbalzaken Jan van Beekveld. ?De meest getalenteerde spelers uit onze jeugdelftallen maken de overstap naar de opleiding van Den Bosch. Zij die de stap naar het profvoetbal uiteindelijk niet kunnen maken keren bij ons terug. Dat is een goede zaak, want op die manier komen die spelers terug met enorm veel ervaring. Daar worden de minder getalenteerden ook weer beter van.?
Dat OJC mikt op de eigen jeugd blijkt ook uit de trainer die sinds het begin van afgelopen seizoen de scepter zwaait in Rosmalen: Mark den Brok is niet alleen een relatief jonge hoofdcoach (32 jaar), maar ook een trainer die veel ervaring heeft in het werken met jeugdspelers. Zo ging hij op 21-jarige leeftijd al aan de slag als jeugdtrainer bij Willem II, is hij actief geweest als trainer van de A-jeugd van Helmond Sport en was hij enkele jaren regiocoach bij de KNVB (regio Eindhoven). De keuze om Den Brok aan te trekken was dan ook weloverwogen. ?Wij vinden het belangrijk dat er een goede aansluiting is tussen de hogere jeugdelftallen en het eerste team. Met zijn verleden is deze trainer de ideale persoon om die doelstelling te verwezenlijken?, aldus Van Beekveld.
Het bewaken van de eigen cultuur is van groot belang voor OJC Rosmalen. Toch moet ook deze club zijn best doen om niet teveel als een bedrijf te gaan fungeren. Met een begroting van zo'n 3,5 ton, een peperduur sportcomplex en een eerste selectie die acteert op het hoogst haalbare amateurniveau is zo nu en dan een zakelijke aanpak nodig. ?Je merkt bij bestuursvergaderingen dat het soms meer over de cijfers gaat dan over het voetbal zelf?, verklaart Van Beekveld. ?Maar gelukkig beseft iedereen zich heel goed dat het uiteindelijk maar om één ding draait. En dat is voetbal.?
Jorick van der Miessen, verdediger in het eerste elftal en al sinds zijn vijfde lid van OJC, beaamt dat OJC Rosmalen vooral een fijne club is en niet zozeer een BV. ?Ik heb het hier enorm naar mijn zin?, aldus de 23-jarige Bosschenaar. En hij is niet de enige die er zo over denkt. Van de selectie die het afgelopen seizoen in de Hoofdklasse acteerde blijft vrijwel iedereen trouw aan OJC. Zelfs een eventuele overgang naar een club uit de Jupiler League is voor velen niet aan de orde. ?Wat niveau betreft scheelt het niet zoveel. Daarnaast kun je als speler van deze club nog een sociaal leven en een baan hebben. In het profvoetbal wordt dat een stuk moeilijker?, aldus Van der Miessen.
Na een langer verblijf in de Hoofklasse B veilig te hebben gesteld is het tijd voor OJC het vizier op de lange termijn te richten. Met het intact blijven van de huidige, jeugdige samenstelling kan de ploeg de komende jaren alleen maar doorgroeien. Toch wordt er nadrukkelijk gewaakt voor overschatting. Van der Miessen: ?We moeten onszelf niet groter maken dan we zijn. Dit seizoen hebben we een periode gehad waarin het super ging en een periode waarin we onnodig veel punten verspeelden. Daar moeten we een balans in vinden. Maar dat betekent niet dat we opeens kampioenskandidaat worden?, stelt hij nuchter. ?Ik denk dat we in staat zijn om binnen enkele jaren mee te spelen in de top vijf.?
Zover is het echter nog lang niet. Momenteel is men in Rosmalen vooral blij dat de club succesvol zijn rentree heeft gemaakt in de Hoofdklasse. ?Ik ben echt enorm blij dat het de ploeg is gelukt niet te degraderen?, aldus Verbiesen. ?En goed, misschien kunnen we over een jaar of vijf wel meedoen om het kampioenschap?, voegt Van der Miessen daar aan toe.