Nederlandse voetbalpiramide loopt mank
Door: Jelmer Geerds
Alles in het betaald voetbal draait om geld. Dat is geen stelling, maar een feit. Je kunt ook zeggen dat alles in het betaald voetbal draait om een gebrek aan geld. Die situatie geldt vooral voor de clubs uit de Jupiler League. En een gebrek aan financiële middelen heeft altijd een directe invloed op het spelersmateriaal.
Met alle respect mag het spelersmateriaal in de Jupiler League matig genoemd worden. Dat is ook de reden dat de publieke belangstelling tegenvalt. Doorgaans stemmen circa 400.000 kijkers af op de uitzending van RTL 7, waar de samenvattingen worden getoond. Bij veel clubs in de kelder van de Jupiler League zitten nauwelijks 2000 toeschouwers op de tribune. Kortom, het is niet zo vreemd dat de clubs kampen met een chronisch gebrek aan geld en dus ook kwaliteit op het veld.
De Jupiler League heeft jarenlang geprobeerd zich te manifesteren als divisie waar het talent kan rijpen. De realiteit is echter dat maar weinig spelers daadwerkelijk de Jupiler League gebruiken als springplank naar de Eredivisie. Dat is simpelweg het gevolg van het gebrek aan talent bij de clubs op het één na hoogste niveau. Veel talenten kiezen ervoor om speelminuten te pakken in de Beloftencompetitie, in plaats van verhuurd te worden aan een Jupiler League-club.
In de Beloftencompetitie spelen zij in modernere stadions, die vaak evenveel toeschouwers trekken als duels in de voormalige Eerste Divisie. Bovendien staan ze onder contract bij een Eredivisie-club, waar het salaris een stuk aanlokkelijker is. Feit is daarnaast dat Eredivisionisten liever hun beloftenelftal stimuleren, dan het versterken van een externe lager spelende club. Enerzijds logisch, aangezien het beloftenelftal speelt met dezelfde sponsoren op het shirt en in het stadion. Tenslotte kampt de Jupiler League ook nog eens met een imago-probleem, waardoor veel spelers angstig zijn om weg te kwijnen in de relatieve anonimiteit.
In feite zijn er drie divisies die vissen uit de vijver waarin spelers zitten die tekort komen voor de Eredivisie. Naast de Jupiler League en de Beloftencompetitie speuren ook scouts van hoofdklassers met succes in het betaald voetbal naar versterkingen. Het is de realiteit dat de grootste clubs in de zaterdag- en zondag Hoofdklasse vaak lucratievere salarissen betalen dan men in de kelder van de Jupiler League gewend is. Omdat clubs in de Hoofdklasse doorgaans maar drie keer per week trainen, kiezen steeds meer voetballers voor een maatschappelijke carrière, gecombineerd met een aanvullend ?dienstverband? bij een club uit de Hoofdklasse.
Wanneer de KNVB daadwerkelijk het aanzien van de Jupiler League wenst te versterken, dan zijn drastische maatregelen noodzakelijk. Met de huidige voetbalpiramide, waarbij de Jupiler League, Beloftencompetitie en Hoofdklasse elkaar min of meer beconcurreren, zal de zorgwekkende situatie in de voormalige Eerste Divisie niet verbeteren. Een oplossing zou kunnen zijn om de beloftencompetitie te beperken en een regeling in te stellen waarbij spelers voor korte tijd door Eredivisionisten aan clubs in de Jupiler League verhuurd kunnen worden.