Real heeft titel voor het grijpen na winst op Barça
De 219e aflevering van El Clásico had niet het niveau waarvan de talloze liefhebbers de afgelopen jaren zo smulden. Dat had vooral te maken met het optreden van de thuisclub, die de laatste weken plotseling niet meer in staat is het vele balbezit met veel kansen te bekronen.
Barcelona slaagt er aan het einde van een slopend seizoen steeds slechter in om het de afgelopen jaren met complimenten overladen positiespel op de grasmat te toveren. Tijdens de laatste duels in de Champions League met AC Milan en Chelsea kaatste de bal al niet zo snel meer over korte afstand van voet naar voet. Tegen Real Madrid voetbalde de club uit de hoofdstad van Catalonië ronduit slordig. FC Barcelona leed opvallend veel balverlies en mocht niet mopperen dat Real Madrid voor rust slechts eenmaal profiteerde.
Pepe kopte na 17 minuten de bal na een hoekschop via de handen van keeper Victor Valdes voor de voet van Sami Khedira. De middenvelder stond volgens de grensrechter niet buitenspel en was verdediger Carles Puyol te snel af (1-0). Barcelona liet onbedoeld zien dat het niet zo'n brede selectie heeft als de eeuwige rivaal uit Madrid. Als het even niet loopt, kan trainer José Mourinho terugvallen op invallers als Gonzalo Higuaín en Kaka. Coach Josep Guardiola gaf tegen Real Cristian Tello een basisplaats omdat Alexis Sánchez niet voldoende fit was om te beginnen.
De Chileen mocht na ruim een uur alsnog invallen, nadat Xavi niet meer verder kon. Hij zorgde in de 70e minuut voor de gelijkmaker (1-1), maar moest ook lijdzaam toekijken hoe Cristiano Ronaldo binnen 3 minuten antwoordde (1-2). De Portugees was in een rechtstreekse confrontatie eindelijk belangrijker dan Lionel Messi, de beste voetballer van de wereld, die net als zijn ploeggenoten niet kon overtuigen.
(ANP