Verbeterde Vlaar: "Mensen gunnen mij dit"

Vlaar is er klaar voor, laat hij weten op het dakterras van een fraai hotel aan de rivier Wisla in Krakau. Op de terrasjes langs het water drinken Polen grote glazen bier. Het is weer eens feest in het 'Florence van het Oostblok', waar ze op iedere tweede donderdag na Pinksteren stadsheld Lakjonik op een houten paard de stad in laten rijden.

De vele rood-witte vlaggen op auto's verraden dat Polen vrijdag de Europese eindronde in eigen land opent. "Je ziet overal dat het gaat beginnen", zei Vlaar, die woensdag met het Nederlands elftal in een stadion met 25.000 voornamelijk Polen trainde. "Dat is natuurlijk prachtig om mee te maken. In Nederland leven ze ook mee. Mensen gunnen mij dit."

Jongen van de gestampte pot
Het grote publiek houdt van spelers van de gestampte pot. Vlaar is nog altijd die gewone jongen uit het Noord-Hollandse Hensbroek. Hij verwierf in 2005 bekendheid met zijn glansrijke optreden op het WK voor spelers onder de 20 jaar, maar moest even vrezen voor zijn loopbaan na twee zware kruisbandblessures. Vlaar knokte zich echter zo bewonderenswaardig terug dat bondscoach Bert van Marwijk hem bijna nog meenam naar het WK in Zuid-Afrika. "Maar ik was op na een lang seizoen", weet hij nog. "Nu ben ik veel sterker en fitter."

Zijn brede schouders, gespierde bovenarmen en kortgeschoren hoofd geven hem het uiterlijk van een marinier. Rob Beton, noemen ze hem bij Feyenoord met wie hij verrassend als tweede in de Eredivisie eindigde. "Dat voelde na al die vervelende jaren bijna als een kampioenschap. Ik heb ook alles gespeeld en mijn doelstellingen gehaald."

Toch heeft het er alles van weg dat Vlaar komende zaterdag voor een nieuwe uitdaging staat. Voor de geblesseerde Joris Mathijsen komt het eerste duel van Oranje op het EK nog te vroeg. Bondscoach Van Marwijk verklapte na de laatste oefenwedstrijd tegen Noord-Ierland dat hij rustig op de bank zit als Vlaar in de defensie voetbalt. "Ik heb het gehoord", lacht Vlaar. "Het is natuurlijk heel vervelend dat Joris nog geblesseerd is. Ik kan dat weten. Maar ik zal er staan als ze me nodig hebben."

(ANP)