Oranje krijgt Deense dreun tijdens EK-opening

Wout Stravers
KHARKIV

Ondanks een enorm veldoverwicht en een dozijn aan mogelijkheden slaagde een uiterst ineffectief Oranje er niet in om te scoren. Denemarken kreeg twee grote kansen en Michael Krohn-Dehli benutte daar één van: 0-1. Tegen zowel Duitsland als Portugal zal nu in ieder geval niet verloren mogen worden.

Goed begin
Zoals verwacht startten Jetro Willems en Ron Vlaar zaterdag in de Oranje-basis, maar zij waren niet de enige twee EK-debutanten. Ook Gregory van der Wiel en aanvoerder Mark van Bommel speelden nooit eerder een wedstrijd op het EK.

Oranje begon goed aan de wedstrijd in het Metaliststadion. Na drie minuten mocht jonkie Willems uithalen van afstand (over). De eerste echte kans was voor Robin van Persie, die de bal na een goede actie van Arjen Robben voor zijn voeten kreeg. Het schot van nog geen zestien meter belandde naast de goal van de Deense doelman Stephan Andersen, die veel bedrijvigheid in de eerste helft zag voor zijn doel.

Andersen uitblinker
Hij hoefde de bal echter nooit uit zijn net te vissen. Vooral na achttien minuten mocht hij daar niet over klagen. Robben, de gevaarlijkste man aan Oranje-zijde, liep schuin op het Deense doel af, maar besloot af te spelen waar hij beter zelf had kunnen schieten. De Denen beperkten zich voor rust tot een spaarzame aanval, maar openden na 24 minuten prompt de score.

Op rechts verliep de communicatie tussen Nigel de Jong, Gregory van der Wiel en John Heitinga uiterst moeizaam. Oud-Ajacied Michael Krohn-Dehli liep het strafschopgebied binnen, kapte Heitinga eenvoudig uit en passeerde Maarten Stekelenburg door zijn benen (0-1). Het doelpunt betekende een mentale dreun voor een aarzelend Oranje, dat steeds minder fel oogde.

Vizier niet op scherp
De kansen die de ploeg van Van Marwijk kreeg, kwamen voort uit Deens balverlies. De grootste was voor Robben, die ditmaal zelf schoot maar de paal raakte. Ook Van Persie kreeg nog een dot van een kans, maar vergat de bal goed mee te nemen. Met de gezichten op onweer zochten de internationals de kleedkamer op.

Oranje begon goed aan de tweede helft, maar mocht het zichzelf kwalijk nemen dat de stand na een uur niet gelijk getrokken was. Achtereenvolgens Van Persie, Van Bommel, Afellay, Heitinga en Robben misten prima kansen. Toen na zeventig minuten Huntelaar en Van der Vaart het veld betraden, werd er aangezet voor het slotoffensief.

Ook 'Hunter'  faalt
Direct kreeg Huntelaar een enorme kans na een magnifieke pass van Sneijder, maar het stiftje van de spits werd gekeerd door uitblinker Andersen. In de slotfase kon het voetbal van Oranje steeds meer als paniekvoetbal worden omschreven, al had de ploeg kort voor tijd nog recht op een strafschop na hands. Deze werd niet gegeven, waardoor de Denen voor de eerste grote verrassing dit EK zorgden. Het belangrijkste gevolg: Oranje is in grote problemen.