VdV: "Ik vind dat ik recht van spreken heb"

"De kans is klein dat daar iets aan verandert, daar moet ik eerlijk in zijn", zegt Van der Vaart tegenover Voetbal International. "De bondscoach heeft altijd al zijn elftal in z’n hoofd gehad, hij heeft zijn voorkeuren en daar hoor ik niet bij. Ik heb niet het gevoel dat ik daar tussen kan komen. We hebben de laatste jaren kunnen zien dat er niet snel iets verandert. Dat is fijn voor de basisspelers, maar niet lekker als je op de bank zit."

"Ik moet zeggen dat het steeds moeilijker voor mij wordt", zegt Van der Vaart. "De ene dag voel ik me beter dan de andere, maar ik ben erg teleurgesteld over mijn situatie. Soms word ik er moedeloos van. Ik geef alles om mezelf in het elftal te spelen, maar tot nu toe heeft het weinig zin. Ik zal honderd procent blijven geven tijdens trainingen, tegenover de andere jongens kan ik het niet maken dat anders te doen. En ik ben te veel sportman om er een zooitje van te maken."

"Ik wil het groepsproces ook helemaal niet verstoren. Ik ben de laatste die dingen gaat eisen, spelers hebben niets te eisen. Maar ik vind wel dat ik onderhand recht van spreken heb en mijn teleurstelling dus mag uitspreken", aldus Van der Vaart, wiens geduld ook zaterdag lang op de proef werd gesteld. "Ik had eigenlijk verwacht dat er in de rust al iets gedaan zou worden, maar het werden dus twintig minuten. Van dat soort momenten zal ik het voorlopig moeten hebben. Het is gewoon lastig: ik ben in vorm en ik wil belangrijk zijn voor deze ploeg", besluit hij.