Jarige Nesu: "Wie ben ik dan om te klagen?"
In gesprek met het Algemeen Dagblad praat Nesu uitgebreid over de zware maanden in Amerika, die in het teken stonden van revalidatie. Nesu maakte stapjes vooruit, leerde zijn bovenlijf weer bewegen en met hulp van een machine kon hij zelfs weer even staan. "Ik ging vooruit, maar zo langzaam. Daar had ik moeite mee", zegt Nesu in de krant.
"Wat heb je aan die kleine stapjes als je er niks tastbaars mee kunt doen? Het was een loodzware tijd. Als ik me één dag had ingespannen, moest ik vijf dagen bijkomen. Dan was ik er helemaal aan. Voor je gevoel is het nooit genoeg", aldus Nesu, die een nieuw doel vond. De Roemeen startte de Mihai Nesu Foundation, bedoeld voor lotgenoten.
De ontmoeting met kinderen in revalidatiecentrum De Hoogstraat die slachtoffer waren geworden van verkeersongelukken, opende de ogen van Nesu. "Die aanblik was zó onrechtvaardig. Wie ben ik dan om te klagen? Ik heb 28 normale jaren gehad, kunnen doen wat ik het allermooiste vond: voetballen. Zij niet, zij hebben vanaf het begin al bijna geen kansen. Die kinderen toonden zo'n enorme kracht. Dat helpt me nu nog om positief te blijven."
"Je hoort mensen vaak klagen over kleine dingen, onbenulligheden, maar ze moesten eens weten. Gezondheid is echt het belangrijkste en misschien wel het enige dat er toe doet", aldus Nesu. "Ik zag wat jullie in Nederland allemaal voor gehandicapten kunnen doen. In Roemenië sta je als gehandicapte compleet aan de kant. Ik heb nooit de ambitie gehad beroemd te zijn, maar nu wil ik mijn bekendheid graag gebruiken om anderen te helpen."