Schaken: "Buitenwereld praat ons een titel aan"

Schaken beaamde in Kerkrade dat Feyenoord als nummer drie, met nog maar één punt achterstand op de nieuwe koploper Ajax, inmiddels een zeer ambitieuze positie op de ranglijst inneemt. "Daar kunnen we natuurlijk niet omheen."

"Maar het is wat ons betreft nog te vroeg om over een kampioenschap te beginnen. We hebben nog acht finales te gaan. Als team zijn we de laatste weken goed bezig. Die collectieve vorm moeten we tot aan het einde van het seizoen zien vast te houden. Wie weet kunnen we dan na de laatste wedstrijd een mooi feestje bouwen."

Titelvorm
Schaken heeft bij Feyenoord zijn draai aan de rechterkant weer helemaal gevonden. Na de blamage bij PEC Zwolle (3-2) keerde de geboren Amsterdammer, die eind december een dubbele liesoperatie onderging, met tastbaar succes terug in het Rotterdamse basisteam.

Tegen PSV (2-1) nam hij op kracht en snelheid de gelijkmaker voor zijn rekening en in de uitduels met NEC (0-3) en Roda JC (0-1) deed hij het voorbereidende werk bij een treffer van de Italiaanse geweldenaar Graziano Pellè.

Niet te missen
"Ik weet hem steeds vaker te vinden, maar het kan nog beter", zei Schaken met de nodige zelfkritiek tegen het ANP. "Ik glip de laatste weken weer regelmatig langs mijn tegenstanders. Dan moet ook de voorzet op de plaats van bestemming aankomen. Het is nu nog te vaak net niet naar mijn zin."

Schaken bekende dat hij meer dan eens niet eens kijkt als hij de bal voor de goal geeft. "Dat hoofd van Pellè is bijna niet te missen met z'n lengte van bijna twee meter", lachte hij. "Maar ik weet natuurlijk ook wel zo'n beetje waar hij staat."

Rijk rekenen
"Als ik met de bal aan mijn voet op de rand van de zestien meter kom, zoek ik hem altijd op bij de tweede paal. Dat pakt vaak goed uit. Tegenstanders weten misschien nu wel wat onze bedoelingen zijn, maar Pellè is lang en krachtig genoeg om het luchtduel toch te winnen. Mede daardoor kwam hij ook tegen Roda JC weer tot scoren."

Met nog maar drie uitduels en liefst vijf thuiswedstrijden te spelen, wilde Schaken zich niet rijk laten rekenen. "Zo wil ik helemaal niet denken. Dat laat ik liever aan de buitenwacht over."