Laat die bal gewoon liggen, weg met die poeha
Een weekend vol respect en scheidsrechters die zonder briesende spelers in hun nek hun wedstrijden konden fluiten, daar bleef het wel zo'n beetje bij voordat alles terugkeerde bij het oude. Een week later dromden spelers weer als opgefokte lama's rond de man in het zwart. Opeens telde een ploeg een stuk of zeven aanvoerders. Zwaar gesticulerend, brullend en kokend van woede na alwéér zo'n belachelijke beslissing. Want als je de gemiddelde Nederlandse voetbalwedstrijd bekijkt of het babbeltje voor de camera na afloop aanhoort, is er niet één scheidsrechter die werkelijk ook maar íets van voetbal snapt.
Ik ga hier niet de moraalridder uithangen, sport blijft immers sport en bij sport hoort emotie, maar in mijn optiek is hier en daar het aanscherpen én daadwerkelijk toepassen van de gedragsregels bepaald geen overbodige luxe. Te beginnen met tenenkrommend spelbederf. Wanneer de scheidsrechter fluit, laat je als 'benadeelde partij' de bal liggen. Geen wandelingetje en de bal met een laf boogje over de tegenstander heen werpen. Niet nog nét even een klein tikkie om 'professioneel de snelheid eruit te halen', geen storend trucje of de bal met een ziedende knal de tribunes in jagen. Afblijven, accepteren en achteruit lopen. Zo niet: geel. Zonder uitzondering.
Ajax-speler of KGB-amateur; je bent zélf verantwoordelijk
Om hier te roepen dat sport op het hoogste niveau een voorbeeldfunctie heeft gaat erg ver; immers, iedereen oud en wijs genoeg is zelf verantwoordelijk voor zijn gedrag. Of je nu met tien camera's op je gericht voor Ajax speelt, of op zondagochtend in het steenkoude niemandsland het net iets te heet gewassen shirt van KGB 5 draagt. Nee, dit is een oproep voor kijkplezier. Zonder irritaties een lekkere pot voetbal kijken. Negentig minuten plus een beetje lang doen waar je plezier in hebt, je tegenstander met respect op het scherpst van de snede bestrijden. Dat moet heel goed mogelijk zijn zonder scheldwoorden, gebaartjes en kleedkamerbezoekjes na afloop die niet een shirtjesruil als insteek hebben.
Nu ga ik zelf ook niet helemaal vrijuit. In mijn weinig succesvolle voetbalcarrière als amateur heb ik ook wel eens een scheidsrechter aangeraden om bij de Nederlandse Spoorwegen te gaan werken, zodat 'ie de hele dag met z'n fluit kon spelen. Maar met alle poeha en ophef, het onverbeterlijke 'zie mij eens onschuldig kijken-syndroom' en het vingerzwaaiende geroep over vriendjespolitiek in de Eredivisie heb ik het wel een beetje gehad. Zolang de scheidsrechters geen technische hulp van bovenaf krijgen, hebben zij het alleen voor het zeggen. Arbitrale fouten en misvattingen horen ook nog bij het moderne voetbal, net als polletjes, wondertreffers, onbegrijpelijke wissels en grabbelende doelmannen dat doen.
Jongens, laten we eens beginnen met relativeren en gewoon lekker gaan voeballúúúh. Wat jij Wout? Ligt mijn irritatiegrens nu zo hoog, of kan het Nederlandse voetbal wel een lesje 'normalisme' gebruiken?
In de rubriek Tweestrijd legt de hoofdredactie van VoetbalPrimeur elkaar wekelijks schriftelijk het vuur aan de schenen.