De angst rond Maher en een Langleeg voetbalhart
Zo dwingend, swingend en beslissend als hij afgelopen seizoen was, is Maher in het huidige, povere voetbaljaar van AZ niet. De klasse druipt er met regelmaat vanaf, als liefhebber kun je uren genieten van simpele zaken als balaannames en speloverzicht, want Wout: die Maher, die kan écht wel wat. De reden voor zijn mindere seizoen zoek ik niet bij Maher zelf, maar eerder in wat er om hem heen gebeurd is. Het is toch een stuk makkelijker voetballen met spelers als Rasmus Elm, Pontus Wernbloom, Simon Poulsen, Niklas Moisander en Maarten Martens naast, voor en achter je.
Het slechte seizoen van AZ mist zijn uitwerking niet op de huidige, jonge selectie van trainer Gertjan Verbeek. Aan alles is te zien dat er angst in de ploeg zit. En die angst, daar is Maher - ondanks het bravoure waar hij mee speelt - het slachtoffer van. Medespelers kiezen steevast voor 'de veilige optie' in plaats van een vernuftig passje richting Maher, wiens spel zich vooral afspeelt tussen de linies. Sterker nog; het lijkt er soms op dat medespelers liever de bal helemaal niet in bezit hebben. Probeer je dan maar eens te onderscheiden als exponent van de jeugdopleiding van de club en met heel, heel veel ogen op je gericht. Dan ga je zoeken, zwerven, soleren, forceren; in plaats van combineren.
Van vier opties, naar een halve
In plaats van de drie of vier afspeelmogelijkheden die Maher een seizoen eerder had, moet hij het nu vaak met één of een halve optie doen. Daarnaast werd hij door ervaren krachten beter aangespeeld, herkennen klasbakken de momenten om door te bewegen en spelen zij met lef en durf. En dat ontbreekt er nu aan in Alkmaar. Backs die maar mondjesmaat voor de aanval kiezen en tegenstanders die ver inzakken. Het wordt er allemaal niet makkelijker op voor Maher én AZ. Ruimte, dat heeft Maher nu nodig. Precies daarom weet hij zich wél te onderscheiden tegen topploegen, die zélf initiatief nemen.
Ranke schouders moeten breder worden, dat het na een fenomenaal debuutseizoen iets minder gaat is inherent aan de ontwikkeling van sterren van de toekomst. Maher maakt komende zomer een mooie transfer naar de vaderlandse top of het buitenland, waarmee hij AZ een prachtige transfersom bezorgt en zichzelf een nieuwe omgeving waarin hij de laatste stappen op weg naar een basisplek in het Oranje van Louis van Gaal kan zetten. Mijn tip voor Maher: elke week paar uur verplicht naar dvd's van Wesley Sneijder kijken.
Fan van Veendam en vooral van Gall
Het nieuws van deze week voor mij was het - enigszins verwachte - faillissement van SC Veendam. Vier omgevallen clubs in de laatste drie jaar, met recht moeten we ons zorgen maken over de toekomst van de vaderlandse eerste divisie. Nu houdt de historie van SC Veendam niet over, maar ik denk dat we wel kunnen spreken van een club van naam en faam. Al is het alleen maar de angst van elke Eredivisie-speler in degradatienood om het seizoen erna de lange reis naar de Langeleegte te moeten maken. Dan loop je vanzelf wel een stapje harder.
Zelf heb ik me als journalist één keer gewaagd aan de reis naar Oost-Groningen, een dag waar ik jaren later met veel plezier op terugkijk. De ontvangst was allerhartelijkst. Vooral Joop Gall, toenmalig trainer van SC Veendam, maakte die dag indruk. Gall was oprecht enthousiast en dankte me zelfs voor het nemen van de moeite om in Veendam te komen kijken. Ook toen al moest Veendam de tering naar de nering zetten, maar de ambitie en de bezieling van Gall werkten aanstekelijk. Stiekem werd ik een beetje fan. In de eerste plaats van Gall, maar zeker ook van Veendam.
Een oude wond scheurde deze week open
Dat Veendam de strijd tegen de financiële problemen uiteindelijk niet overleefde, was voor mij een klap in het gezicht. Een oude wond scheurde open. Als jong knaapie was ik niet weg te slaan bij HFC Haarlem, ook al zo'n verdwenen voetbalbolwerk. Aan de hand van de in Haarlem wereldberoemde Sjannie gingen alle deuren van het stadion aan de Jan Gijzenkade open, zodat ik naar hartenlust handtekeningen van – in mijn ogen – grootheden als Stanley Strobbe, Marino Promes en Kenneth Goudmijn op een foeilelijk shirt met een grote, gele opdruk van sponsor Zanussi kon verzamelen. Sportief had het allemaal niet veel meer om het lijf in Haarlem, gemoedelijk was het er des te meer. Cult met een kapitale C.
Maar wat nu, Wout? Zou het juist die gemoedelijkheid in de eerste divisie zijn die clubs de kop kost? Een pleistertje hier, een hoestdrankje daar, maar het lijkt er sterk op dat het wachten is op een nieuw tranendal, ergens in de Jupiler League. Als je het mij vraagt heeft de KNVB het bij het rechte eind: met het 'promoveren' van beloftenteams van Eredivisie-clubs kan de kwakkelende eerste divisie gered worden. Een uitgelezen kans om de talenten van 's lands beste clubs wekelijks op een groter podium aan het werk te zien. Ik kijk al uit naar de topper van volgend seizoen: Go Ahead Eagles - Jong Ajax.
In de rubriek Tweestrijd legt de hoofdredactie van VoetbalPrimeur elkaar wekelijks schriftelijk het vuur aan de schenen.