Verbaal gezien hoort Van Bommel bij de groten
Maar toch, je hebt gelijk als je stelt dat het bekertoernooi in Nederland pas laat begint te leven. Met een beetje pech gebeurt dat helemaal niet, zoals in 2010, toen Ajax en Feyenoord over twee wedstrijden moesten uitmaken wie de Dennenappel omhoog mocht houden.
Tot 2006 was het zelfs zo dat de topclubs maar drie wedstrijden hoefden te winnen om in de finale te komen. Het late instromen van de topclubs is terecht op de schop gegaan, waardoor iedereen nu in de tweede ronde al moet spelen. Het is een begin. Onder het mom ‘beter goed gejat dan slecht bedacht’ zou ik een aantal Engelse gewoonten introduceren.
Punt één. Halve finales moeten op neutraal terrein worden gespeeld. Prik daar jaarlijks andere stadions voor, zoals ook de gewoonte was in Engeland tot het nieuwe Wembley werd opgeleverd. Feyenoord-PSV in de Galgenwaard, ik noem maar wat. De burgemeesters zullen er niet om staan te springen, maar voor de voetbalfans kan het een mooi tripje zijn.
Punt twee. Het houden van replays na een gelijkspel, bij wedstrijden tot en met de kwartfinale. Ja, de wedstrijdkalender is al vol genoeg, maar één of twee extra wedstrijden op jaarbasis zijn te overzien. Tot slot hangt veel af van de planning van de bekerfinale. Vorig seizoen was de bekerfinale vroeg in het seizoen (8 april), dit jaar viel de wedstrijd slechts drie dagen voor het einde van de laatste speelronde.
Als PSV de tweede plaats nog niet had veiliggesteld, zou Dick Advocaat enkele spelers gespaard hebben tegen AZ, liet hij zich ontvallen. Het begint dus bij een mooie datum, en die aanvullende regels eromheen kunnen een slok op een borrel schelen. Wie weet wordt het dan nog eens wat, met die beker van ons.
Van Bommel
De brug van de bekerfinale naar Mark van Bommel is dit seizoen niet groot. Wat stond hij daar lang voor zich uit te staren, met de ziel onder zijn arm. Dit was zijn laatste finale als voetballer en hij werd nog helemaal ondersteboven gespeeld ook. Over zijn laatste wedstrijd, zondag tegen FC Twente, is de afgelopen dagen al genoeg gezegd.
Liever blik ik terug op de keren dat ik Van Bommel heb geïnterviewd. In het Nederlandse voetbal zijn er maar weinig spelers geweest die minder prettig zijn om te spreken. Met Van Bommel is een gesprek aan te knopen, meer dan alleen vraag en antwoord, meer ook dan het standaard voetbalgelul. Op veel dingen heeft hij zijn eigen kijk. Om dat uiteen te zetten neemt hij de tijd.
Tijdens de tafeltjesmiddagen in Noordwijk was Van Bommel, samen met Wesley Sneijder en Robin van Persie, de beste spreker. Het gesprek driekwartier draaiend houden kostte geen enkele moeite. En hij zei nog wat zinnigs ook. Wat dat betreft gaan we Van Bommel missen, want zo’n etterbak als hij op het veld was, zo fijn om mee te werken was hij dat ernaast.
Het enige waar ik aan twijfel, Fabian, is of ik hem als voetballer ook bij de groten vind horen. Hij was aanvoerder van het Nederlands elftal. Zo bezien dus absoluut. Wat zeg jij ervan?
In de rubriek Tweestrijd legt de hoofdredactie van VoetbalPrimeur elkaar wekelijks schriftelijk het vuur aan de schenen.