"A-internationals bij Jong Oranje geen probleem"

Jong Oranje geldt in Israël als één van de favorieten. De wedstrijden worden rechtstreeks uitgezonden op Eredivisie Live en al weken staan de kranten vol met interviews van Jong Oranje-spelers. De aandacht voor het elftal neemt toe. "Dat kan je ook bijna één-op-één vertalen naar het medialandschap van nu, dat veel intensiever is dan in 2006", zegt Dusseldorp tegen VoetbalPrimeur.

Oog van de naald
Om een gedegen voorspelling voor het toernooi te doen, zou hij dichter bij het vuur moeten staan. “Ik heb nu te weinig zicht op de kracht van de tegenstanders”. Wel kan hij terugkijken naar de succesformule uit 2006, toen Jong Oranje na een haperende start kampioen wist te worden. Dusseldorp denkt dat het succes zat in het doorselecteren. "Dat hebben we continu gedaan. Ik denk dat we in totaal wel vijftig spelers hebben gebruikt in de kwalificatieroute."

"Dan blijven aan het einde de beste jongens over. Het werd echt een team, dat is iets wat me nog goed bijstaat. Maar we zijn ook gelukkig geweest. In de groepsfase, kwart- en halve finale zijn we door het oog van de naald gekropen. Alleen in de finale (tegen Oekraïne, 3-0, red.) waren we heer en meester."

Rouleren niets nieuws
Jong Oranje-coach Cor Pot heeft de taak om twaalf A-internationals in te passen. Foppe de Haan, bondscoach van de succeselftallen in 2006 en 2007, noemde dat vorige week een probleem. Dusseldorp ziet het iets anders. "Wat ik net al zei: tussen 2004 en 2006 hebben we bijna vijftig spelers gebruikt. Ook toen speelden er jongens in het eindtoernooi die aan het begin van de kwalificatie nog niet in beeld waren. Dat is ook speciefiek voor een nationaal jeugdteam. Ik zie veel A-internationals niet als een probleem."

Dat de generatie 2006 geflopt is, bestrijdt Dusseldorp. "Vermeer heeft Oranje gehaald, net als Vorm, Tiendalli speelt bij een goede Premier League-club, Verhaegh zit in Duitsland, en ook de Zeeuw, Pasveer, Braafheid, Vlaar, Schaars, Emanuelson, Aisatti, Afellay en Huntelaar zijn ook zo slecht nog niet terecht gekomen. Spelers als Patrick Gerritsen en Daniël de Ridder hebben onder andere door blessures hun belofte wat minder ingelost. Castelen ging aanvankelijk heel goed, maar dat gaat op dit moment wat minder. Kijk, we zijn ook zes of zeven jaar verder. Als profvoetballer ben je vaak niet van je 19e tot 32e succesvol. Dat is namelijk een hele periode."


Bondscoach Foppe de Haan met assistent Wim Dusseldorp