Janssen: "Clubs bang om spelers aan te pakken"
Selecties van profclubs worden met het seizoen jonger. Dat hij steeds meer jonge spelers om zich heen ziet, snapt Janssen wel. "Tuurlijk. Daar kun je nog wat op verdienen. Maar oude spelers maken jongeren beter", zegt Janssen in het magazine. "De balans in een elftal moet goed zijn. Kijk ik naar Vitesse zoals het er nu staat, dan ben ik veruit de oudste. Rond 26, 27 jaar heb je er twee, drie en de rest is jong. Daar zou nog wat ervaring bij mogen."
Op een eiland staat Janssen niet, wel merkt hij onderlinge verschillen met zijn jeugdige collega's op het gebied van 'wat we mooi vinden'. "Die denken dat je een bal onderkant voet moet aannemen. Terwijl hij binnenkant voet meteen goed ligt. Een zwabberbal vinden zij interessanter dan een balletje strak in de hoek. Gelukkig hebben we Messi nog. Die heb ik nog nooit een schaar zien maken."
Niet alleen in doen en laten, maar ook in de koppies zit er een verschil tussen jong en oud. "De jeugd is wat sneller op de teentjes getrapt. Ze zijn snel in hun eer aangetast. Vroeger wist je dat je kattenkwaad moest ondergaan en de ballen moest verzamelen en zo. Dat hield je op je plaats. Tegenwoordig komen ze bij het eerste en worden hun schoenen gepoetst door mannen die drie keer zo oud zijn."
"Het is allemaal wat verwender. Clubs zijn bang om spelers aan te pakken. Misschien uit angst dat ze ontevreden worden, hun zaakwaarnemer bellen en weg willen. Weg zijn ze sowieso meteen na de training. Vroeger bleef je hangen, ging je nog een potje kaarten of een beetje ouwehoeren. Nu hebben we het druk. Ik ga daar overigens zelf in mee", besluit Janssen tegenover NUsport.