"In een seizoen driehonderd uur in een vliegtuig"
Spelers als Demy de Zeeuw, Otman Bakkal, Romeo Castelen en Royston Drenthe konden maar moeilijk aarden in Rusland. "Eigenlijk is Fernando Ricksen de enige die het lang heeft uitgehouden", zegt Cor Pot in gesprek met Sp!ts. De trainer werkte enkele jaren bij Zenit Sint-Petersburg en kent het Russische voetbal goed. "Hij had het geluk dat Dick Advocaat en ik hem opvingen. Maar het was ook iemand die zich wilde aanpassen aan het leven in Rusland."
Volgens Pot ligt de reden voor het niet slagen van Nederlandse spelers in Rusland vooral in het onvermogen zich aan te passen aan de Russische cultuur. "Russen hebben een andere mentaliteit dan Nederlanders; ze zijn ondoorgrondelijk. Vooral als ze je niet kennen. Als je als speler of trainer naar Rusland gaat, moet je open staan voor een nieuwe cultuur. Ik heb het idee dat dat niet altijd het geval is", zegt Pot in het dagblad.
"In één seizoen zat ik driehonderd uur in een vliegtuig"
Een lezing die bekrachtigd wordt door Ton du Chatinier, tot voor kort werkzaam bij Anzhi Makhachkala. "Nederlanders verwachten altijd maar dat andere mensen zich aan hen aanpassen, maar in een andere cultuur als de Russische hebben ze zelf de grootste moeite om zich aan te passen." Du Chatinier paste zich zonder problemen aan, het vele reizen brak hem uiteindelijk op. "We trainden en woonden in Moskou, maar we speelden onze thuiswedstrijden in Dagestan."
"Dus zaten we elk weekend in het vliegtuig. In één seizoen zat ik driehonderd uur in het vliegtuig. Dat hakt er behoorlijk in. Verder is de taal een obstakel en kan ik me voorstellen dat veel spelers moeite hebben met de winter. Dan is het 24 graden onder nul en moet je naar de Oeral waar het 30 graden vriest. Dat is best een flinke omschakeling."