"In Belgische competitie wordt sterker verdedigd"
In de Eredivisie is er volgens Been, nu trainer van KRC Genk, veel meer ruimte. In zijn eerste wedstrijden bij Genk wilde hij de Nederlandse manier van verdedigen ook introduceren bij zijn spelers. "Ik stuurde de verdedigers gewoon naar voren, maar daar loeren de tegenstanders op. Er zaten in het begin uitslagen bij van 4-3 en 5-4", vertelt hij in Sp!ts.
"Toen ben ik er goed over gaan nadenken en nu zeg ik juist tegen de scouts en de technisch directeur dat ik sterke en snelle centrale verdedigers wil hebben. In Nederland moeten ze goed opbouwen en het liefst nog een paar assists per wedstrijd geven, maar daar let in België niemand op", aldus Been, die op het moment met twee pure mandekkers speelt bij Genk. "Dat soort verdedigers zie je overal terug in België. De defensies zijn hier veel stugger dan in Nederland. De spelers zijn groter en sterker. Spitsen als Björn Vleminckx, Sanharib Malki en Alfred Finnbogason zijn hier in België niet geslaagd, maar in Nederland hebben ze er op los gescoord. Dat zegt wel iets."
Oud-trainer en tv-analist Boskamp is het met Been eens, al merkt hij op dat de verdedigers in de Belgische competitie veelal uit het buitenland komen. "Daar maakt niemand zich druk om, als ze maar boven de 1 meter 90 zijn en er maar goed wordt verdedigd. En dat gebeurt ook. De defensies in de Belgische competitie zijn sterker dan in de Eredivisie. De verdedigers verrichten in eerste instantie alleen het breekwerk; als ze in tweede instantie ook nog een beetje kunnen opbouwen, is dat niet meer dan mooi meegenomen."