Van der Heijden maakt indruk tegen oude werkgever

Oud-Ajacied krijgt compliment van De Boer

3 november 2013 om 09:19

"Je kunt wel zien dat hij bij ons is opgeleid", aldus de trainer van Ajax over de in Amsterdam opgeleide maar nooit doorgebroken Van der Heijden. De speler van Vitesse hoorde jarenlang bij de grootste talenten van zijn lichting, maar een hernia, een vervelende knieblessure en een niet helemaal geslaagde verhuurperiode bij Willem II stonden een doorbraak bij Ajax in de weg.

Veel geleerd bij Vitesse
Ruim twee jaar geleden was de technische staf van Ajax van mening dat Van der Heijden geen toekomst meer had in Amsterdam. Vitesse zag wel iets in de linksbenige speler. "Bij deze club ben ik beter geworden. Ik heb hier veel geleerd." Mede door Van der Heijden speelde Vitesse in de ArenA zoals Ajax graag wil voetballen. De verdediger roste nooit een bal blind naar voren en vond altijd een vrijstaande middenvelder. "Zo kwam Vitesse vaak onder onze druk uit", constateerde trainer De Boer.

Beter voetbal
Natuurlijk had ook Ajax kunnen winnen, besefte ook Van der Heijden. Al was het alleen maar omdat Siem de Jong vlak voor de winnende treffer van Valeri Qazaishvili in de voorlaatste minuut een enorme mogelijkheid miste. "Maar Ajax werd pas beter toen het opportunistischer ging spelen'", zei Van der Heijden. "We speelden misschien wel beter voetbal. Je hoorde het publiek in de ArenA ook af en toe morren. Dat is vaak een goed teken voor de tegenstander."

Domineren in ArenA
Vitesse wilde domineren in Amsterdam, daar slaagde de ploeg een deel van de wedstrijd ook in. "Van onze trainer Peter Bosz moeten we durven vooruit te voetballen. We mogen een foutje maken, ook wel twee of drie. Als we maar lef tonen. In het begin van het seizoen hebben we veel te veel punten verloren. Maar we krijgen de speelwijze steeds beter onder de knie."

Titel
Voor Van der Heijden is het lastig inschatten hoe ver Vitesse dit seizoen kan reiken. "In deze versie van de Eredivisie kunnen veel clubs kampioen worden. Maar uiteindelijk staan aan het einde van het seizoen waarschijnlijk toch weer de grote clubs bovenaan. Laten wij maar proberen één van die grote clubs te zijn."