"Als Nederlandse topclub hebben we een aardige naam in vierde land van de wereld"
Ajax sloot het seizoen af met een voetbaltrip naar Indonesië. In het 'voetbalgekke' land speelde de ploeg van trainer Frank de Boer twee vriendschappelijke wedstrijden, werden er clinics gegeven en sprak de clubleiding met voetbalclubs en de bond. Ajax-directeur Edwin van der Sar kijkt met een goed gevoel terug op de week in het vierde land van de wereld.
"Het was voor de spelers en de leiding van de club prachtig om te zien dat Ajax zoveel bekendheid geniet en dat we als Nederlandse topclub toch een aardige naam hebben in het vierde land van de wereld", zegt Van der Sar in De Telegraaf. "Op het vliegveld en bij het stadion staan de Indonesische fanclubs gewoon alle liedjes van de F-side en vak 410 te zingen. Daar kijk je als Ajacied zo ver van huis wel van op."
"Indonesië is een voetbalgek land, waar de clubs en de bond zitten te springen om steun, informatie en samenwerking op alle vlakken", vervolgt de voormalig doelman zijn verhaal in de ochtendkrant. "We hebben er clinics gegeven en dus ook met de clubs en de bond gesproken. Ze blijven het daar heel bijzonder vinden dat zo’n klein land als Nederland zoveel goede voetballers kan produceren."
Van der Sar geniet van het feit dat Ajax een goede naam heeft in Indonesië, toch weet hij dat clubs uit Engeland en Spanje nog een flinke voorsprong hebben. "We hebben als land en als club een redelijke naam daar, maar de realiteit is dat we het wel moeten afleggen door het monopolie van de grote clubs uit de Engelse Premier League en de hegemonie van de Spaanse clubs in de Champions League. Onze internationale prestaties kunnen daar gewoon niet aan tippen."
Waar andere clubs in de voorbereiding op een nieuw seizoen soms enkele weken in het verre buitenland vertoeven, doet Ajax dat bewust niet. "Wij kijken bij de buitenlandse toer elk jaar naar de wensen van de trainer. Ajax heeft een jonge groep, die in de voorbereiding veel trainingsuren nodig heeft. Dan gaan we liever in deze periode. We doen ook geen dingen die te ver bij de cultuur van de club vandaan staan. Het voetbal blijft leidend; we vullen alles in met het technisch hart."