Real Madrid klopt Atlético en komt los van hardnekkige obsessie
Meer dan een miljard euro gaf Real Madrid de laatste tien jaar uit aan spelers. Alles werd in het werk gesteld om voor de tiende keer de Champions League, voorheen Europa Cup 1, te winnen. Zaterdag kwam er een einde aan die obsessie: twaalf jaar na de winst van de negende beker won Real eindelijk 'La Décima' door stadgenoot Atlético in Lissabon na verlenging te verslaan (4-1).
Uitgerekend de duurste speler op het veld, Gareth Bale, was de gevierde man. De Welshman die afgelopen zomer voor honderd miljoen euro van Tottenham Hotspur overkwam, kopte in de 109e minuut de bevrijdende 2-1 binnen. Dat Marcelo en Cristiano Ronaldo (vanaf elf meter) de score nog opvoerden naar 4-1, was vooral voor de statistieken.
Lang zag het er naar uit dat Diego Godín de grote held van Atlético zou worden. De Uruguayaan dacht het enige doelpunt van de wedstrijd te hebben gemaakt, door in de 35e minuut met een kopbal te profiteren van een enorme inschattingsfout van de ervaren doelman Iker Casillas. Een slotoffensief van Real werd in de derde minuut van de blessuretijd door Sergio Ramos beloond met de gelijkmaker. De verdediger kopte de bal fraai achter de Belgische doelman Thibaut Courtois.
Atlético had tot die tijd redelijk goed standgehouden, ondanks dat de ploeg al na negen minuten verder moest zonder Diego Costa. Coach Diego Simeone had een flinke gok genomen door de spits op te stellen. Costa sukkelt al weken met een hamstringblessure en reisde zelfs naar Servië af om zich door de 'placentadokter' Marijana Kovacevic te laten helpen. De tot Spanjaard genaturaliseerde Braziliaan hield het maar even vol.
Zonder de aanvalsleider was de Spaanse kampioen de onderliggende partij. Real kreeg na een half uur via Bale een grote kans, maar de Welshman schoot naast. Godín was vlak daarna wel trefzeker met het hoofd. Real slaagde er na die goal niet echt in om grip op het duel te krijgen. Het miste bovendien de geschorste Xabi Alonso, die niet al te succesvol werd vervangen door Sami Khedira. De Duitser speelde pas voor het eerst in een half jaar in de basis na een zware knieblessure en miste overduidelijk ritme. Khedira werd na nog geen uur gewisseld door coach Carlo Ancelotti.
Simeone had zijn ploeg toen al het sein gegeven vooral te verdedigen. Hij bracht onder anderen oud-Ajacied Toby Alderweireld als invaller in het veld. De muur bezweek echter op de kopbal van Ramos. In de daaropvolgende verlenging bleek Atlético op. Het hoopte en verlangde naar strafschoppen, maar de man van honderd miljoen besloot anders.
(ANP)