"Zijn we tegen Spanje opeens de bovenliggende partij als we 4-3-3 gaan spelen?"
Louis van Gaal, juist hij, heeft er vlak voor het WK voor gekozen om de Hollandse School links te laten liggen. In de media zijn de discussies over het nieuwe systeem van Oranje niet meer te tellen, maar de spelers maken zich er een stuk minder druk om.
Nigel de Jong weet na jaren in Duitsland, Engeland en Italië als geen ander waar het om draait. "Het gaat uiteindelijk gewoon om winnen. Om resultaat. En verder niks", zegt de middenvelder, die na jaren in het buitenland flink anders is gaan denken dan menigeen in Nederland, in gesprek met het Algemeen Dagblad. "Ik ben nu niet meer de voetballer van de bal onder de voet, van een schaartje te veel, zoals ik dat bij Ajax had. Dat speelse is er af."
De Rossonero benadrukt wel dat hij zich nog een exponent van de Hollandse School voelt. Evenzeer vindt hij dat het Oranje van Van Gaal ook nog volgens die principes voetbalt. "De Hollandse School is volgens mij veel meer dan alleen buitenspelers ja of nee. Hard inspelen op het juiste been, verzorgd positiespel, dominant durven zijn in je keuzes. Dát is hoe ik ben opgeleid. Dat een trainer voor een spelsysteem kiest waarvan hij denkt dat het de beste optie is, lijkt mij heel logisch. Dat doet iedere trainer. Maar dat wil toch niet zeggen dat we opeens alles overboord gooien?"
Uiteindelijk is de scheidslijn tussen een goede en verkeerde keuze flinterdun. Want hoe was de herinnering aan het WK van 2010 geweest als Oranje in de kwartfinales was uitgeschakeld? "We kunnen het er heel lang over hebben, maar iedereen snapt toch dat Spanje een kwalitatief sterker team heeft dan wij? Een ploeg die altijd dominant wil spelen, welk systeem wij er ook tegenover zetten. Of zijn wij tegen Spanje opeens de bovenliggende partij als we 4-3-3 gaan spelen. Nee toch?", besluit De Jong in het Algemeen Dagblad.