'Dreigende' Jordania moet zich bij Openbaar Ministerie verantwoorden
Voormalig Vitesse-eigenaar Merab Jordania moet zich op donderdag 19 juni melden bij het Openbaar Ministerie in Arnhem. Dan zal de officier van justitie zich buigen over de zaak tussen Jordania en Vitesse-directeur Joost de Wit.
De Wit deed in maart aangifte tegen Jordania, omdat hij zich bedreigd voelde door de Georgiër. Die zou hebben gezegd dat hij de vingers van De Wit eraf zou snijden. De politie stelde vervolgens een onderzoek in. Het Openbaar Ministerie zegt nu dat het gaat om een 'vergrijp dat voorlopig buiten de rechter om wordt afgehandeld'. De officier van justitie zal donderdag met een voorstel komen hoe de kwestie verder kan worden afgehandeld. Mocht Jordania niet met dat voorstel instemmen, dan valt de zaak alsnog in de handen van de rechter. Dat meldt Omroep Gelderland woensdag.
Jordania moest vorig jaar wijken voor de nieuwe eigenaar Alexander Tsjigirinsky. De Rus werd bij de club uit Arnhem grootaandeelhouder en Jordania kon dat moeilijk verkroppen. Na zijn bedreigingen aan het adres van De Wit kreeg de voormalig bestuurder een stadionverbod van drie jaar. Later maakte hij publiekelijk excuses, maar daarmee was de zaak voor De Wit niet opgelost. Donderdag moet er meer duidelijkheid komen als de officier van justitie in een besloten zitting gaat praten met Jordania.