"Ik heb de pech gehad dat ik het niet eerder bij een topclub heb kunnen laten zien"
Remko Pasveer kreeg afgelopen zomer toch nog de transfer waar hij lang op hoopte. De ervaren doelman van Heracles Almelo werd door PSV naar Eindhoven gehaald om Jeroen Zoet van serieuze concurrentie te voorzien.
De keeper, in Almelo jarenlang een onbetwiste basiskracht, mag wellicht donderdag in het bekerduel met FC Utrecht weer eens onder de lat plaats nemen bij PSV. Pasveer is scherp, daar zorgt hij wel voor. "Ik doe alles om de groep scherp te houden. Uiteindelijk probeer ik in de basiself te komen. Ik zal niet rusten, voordat dat is gelukt", zegt de tweede doelman - een aanjager op het trainingsveld - in gesprek met De Telegraaf.
De Eredivisie-top bevalt Pasveer wel. "Ik ben altijd heel serieus met mijn vak bezig geweest en ik heb de pech gehad dat ik het niet eerder bij een topclub heb kunnen laten zien. Nu kwam wel die kans. Ik was er echt aan toe. Het klimaat bij een topclub past echt bij me", zegt de keeper, die wel moeten wennen aan het feit dat hij weinig in actie komen in de hoofdmacht. "Dat valt zeker tegen."
"Al die jaren heb ik hoogstens één wedstrijdje per seizoen gemist. Ik ga niet met plezier op de bank zitten. Je kunt zo in de wedstrijden je energie niet kwijt. Ik had van tevoren natuurlijk ingecalculeerd dat dit kon gebeuren, maar het is zeker niet zo dat ik mezelf kansloos acht. Ik teken hier niet voor niets voor vier jaar. Daar spreekt vertrouwen uit. Het is aan mij om te zorgen dat ik zo snel mogelijk in de basis kom."
De geschiedenis biedt Pasveer houvast. Zo slaagde onder meer Ronald Waterreus er meerdere malen in om zich als tweede doelman van PSV op te werken tot eerste keeper. "Die instelling van Waterreus spreekt me absoluut aan. Ik ga ook niet trainen om te trainen. Ik train om beter te worden en om uiteindelijk de trainer te laten zien, dat ik de man ben om met PSV prijzen te gaan winnen", aldus Pasveer in Telesport.