Vitesse moet opnieuw spelers verkopen: "We zijn een andere weg ingeslagen"
Vitesse heeft afgelopen weekend de financiële resultaten over het afgelopen seizoen gepresenteerd. Er werd een nettoverlies van 4,4 miljoen euro geboekt, waarmee het tekort over de afgelopen drie jaar op 44 miljoen euro uitkomt. Net voldoende om onder het maximale Financial Fair Play-tekort van 45 miljoen euro te blijven.
Daarmee zijn de problemen echter niet opgelost. Sterker nog, de financiële situatie is nog altijd nijpend. Vitesse moet aan het einde van dit seizoen voor meer dan vijftien miljoen euro aan spelers verkopen om te voorkomen dat de club andermaal flink in de problemen komt, meldt De Telegraaf.
Die druk om spelers te verkopen is het resultaat van de enorme bedrijfslasten van 31,5 miljoen euro, slechts 2,8 miljoen minder dan het jaar ervoor. De netto-omzet bedroeg 12,6 miljoen euro, waarmee de kosten dus nooit gedekt kunnen worden. Alleen al aan salarissen gaven de Arnhemmers afgelopen seizoen 18,4 miljoen euro uit.
De enige manier om toch niet te diep in het rood te gaan is dus door spelers te verkopen, zoals vorig seizoen Wilfried Bony en Marco van Ginkel de redding bleken te zijn. Directeur Joost de Wit moest zondag ook toegeven dat de club de komende jaren spelers moet blijven verkopen om de balans een beetje in evenwicht te krijgen.
Tegelijkertijd kon De Wit niet aangeven wanneer Vitesse quitte denkt te draaien. "We hebben een andere visie neergelegd en zijn een andere weg ingeslagen. We konden niet doorgaan op de weg die we eerder waren ingeslagen", deelde hij indirect een sneer uit naar Merab Jordania.
Ondanks de enorme verliezen is de toekomst van Vitesse niet in gevaar. De Russische eigenaar Alexander Chigirinsky gaat het verlies opnieuw aanzuiveren. "Hij staat achter ons verhaal en de stappen die we zullen zetten. Hij vindt dat we daarmee moeten doorgaan", aldus De Wit.