"Het is onbegrijpelijk dat zes clubs in de Eredivisie een kunstgrasveld hebben"
Het is onbegrijpelijk dat kunstgras terrein blijft winnen in de Eredivisie. Dat stelt Rasmus Bengtsson. De verdediger van FC Twente is een fervent tegenstander van de kunstmatige ondergrond.
Twente speelde tot dusverre vier wedstrijden op kunstgras en drie keer ging Bengtsson voor het laatste fluitsignaal naar de kant. "Na een wedstrijd op kunstgras heb ik altijd last van spieren en gewrichten", vertelt hij aan Voetbal International. "Het voelt alsof je door een wringer bent gehaald."
Bengtsson begrijp niet dat zoveel Eredivisie-clubs een kunstgrasveld hebben. "In Zweden heeft Sundsvall, een club in het noorden, een veld van kunstgras. Daar vriest het overdag vijf tot tien graden en kan een meter sneeuw vallen. Dan kan ik me er iets bij voorstellen. Maar Nederland?!"
"Hier heerst een zeeklimaat en in omringende landen als België, Duitsland en Engeland wordt niet eens over kunstgras gesproken. Bovendien profileert Nederland zich sinds jaar en dag als een puur voetballand, met romantische ideeën over hoe het spel gespeeld moet worden. Het is voor mij dan ook onbegrijpelijk dat de Nederlandse voetbalbond toestaat dat zes clubs op het hoogste niveau een kunstgrasveld hebben."