PSV neemt L-woord niet in de mond: "Het is ook nutteloos, we hebben nog niks"
PSV heeft in de Eredivisie een straatlengte voorsprong op Ajax (twaalf punten), maar Phillip Cocu en zijn spelers weigeren over de titel te praten. Hans van Breukelen en Boudewijn Zenden begrijpen dat.
Van Breukelen sleepte eind jaren tachtig het ene na het andere kampioenschap in de wacht met PSV. Nu zit hij in de raad van commissarissen. "Je snapt dat ik in mijn rol als commissaris weinig wil zeggen. Maar als ik terugkijk naar mijn tijd als speler bij PSV verschilt dat niet veel met de groep van nu. Wij riepen ook niet van de daken dat we wel even kampioen zouden worden. We leefden van wedstrijd tot wedstrijd en dat zie ik deze jongens ook doen", aldus de oud-doelman tegen Metro.
Hij ziet wel dat het huidige PSV minder bravoure uitstraalt dan de ploeg van eind jaren tachtig. "Maar dat was ook logisch met jongens als Søren Lerby, Ruud Gullit, Wim Kieft en Erik Gerets. Dat waren jongens die al het nodige hadden meegemaakt en gewonnen. Van ons werd meer verwacht, maar wij hebben ons daar nooit echt iets van aangetrokken. Maar dat kon die groep. Dat er nu vanuit de club wordt geroepen dat we het nog niet over de titel hebben snap ik dan ook goed. Het is ook nutteloos, we hebben nog niks."
Ook Zenden, die in 1997 de landstitel won in Eindhoven, begrijpt de houding van PSV. Ik als buitenstaander zeg ook dat PSV kampioen wordt, maar als speler zit je er echt anders in. Als speler behoud je de focus totdat het cijfertechnisch niet meer mis kan gaan. Ik snap het bestuur ook dat ze even de handrem erop zetten", vertelt hij. "In het seizoen 2012-2013, het beruchte jubileumjaar, werd er vanuit de club geroepen dat PSV landskampioen moest worden, maar toen werd de druk te groot."
Dit PSV maakt op Zenden een volwassen indruk. "Ze weten heel goed wat hun sterke en zwakke punten zijn. PSV speelt niet vol op de aanval, maar dat hoeft ook niet. Kijk maar naar Atlético Madrid. Je moet spelen met wat je hebt. Het elftal zit goed in elkaar. En laten we eerlijk zijn, ze hebben het geluk van een kampioen. Neem die wedstrijd tegen Willem II waarin in de slotminuten een nederlaag wordt afgewend. Ik kan je verzekeren dat dit aankomt bij de concurrentie. Ik heb het namelijk zelf meegemaakt bij Marseille. We speelden goed, stonden lang bovenaan. Maar Bordeaux bleef maar winnen met het kleinst mogelijk verschil en moeizaam spel, maar het werd op het eind uiteindelijk wel kampioen."