Utrechtse sloopkogel maakt korte metten met Champions League-droom
FC Utrecht heeft de opmars van AZ zondag hardhandig gestuit. Voor eigen publiek wervelde de ploeg van trainer Rob Alflen langs de ploeg uit Alkmaar, met dank aan een flitsende start: 6-2. Met een gepassioneerd optreden en prachtige doelpunten voldeed Utrecht eindelijk aan de beloftes die begin dit seizoen werden gedaan.
AZ klom de afgelopen weken door een reeks overwinningen, alleen onderbroken door koploper PSV, op naar de derde plaats van de eredivisie. Op bezoek in De Galgenwaard beleefde de ploeg van trainer John van den Brom echter een complete offday. Eigenlijk was de wedstrijd al na zeventien minuten gespeeld. Met drie wissels in de rust probeerde Van den Brom nog voor een schokeffect te zorgen, maar de opgelopen schade was te groot om nog te repareren. Daardoor moest AZ de derde plek, die een ticket voor de Europa League oplevert, afstaan aan Feyenoord.
FC Utrecht voetbalde eindelijk eens zoals trainer Rob Alflen en adviseur Co Adriaanse zo graag willen. Met gedurfd, aanvallend en attractief voetbal speelde FC Utrecht de Alkmaarders zoek. Na één minuut en dertien seconden kon het publiek al juichen toen aanvoerder Willem Janssen een voorzet van Sébastien Haller inkopte. Mark Diemers verwende de toeschouwers in de tiende minuut met een prachtige knal van grote afstand. Daarmee was het leed voor AZ nog niet voorbij, want Haller bleef in de zeventiende minuut koel vanaf elf meter (3-0). In 1987 had Utrecht voor het laatst zo snel zo'n grote voorsprong.
AZ kon er niets tegenover stellen en dus besloot Van den Brom halverwege zijn hele voorhoede te wisselen. Aron Jóhannsson, één van de drie invallers, bracht tien minuten na rust de spanning een beetje terug. De bezoekers konden echter niet doordrukken en werden in de laatste twintig minuten weggetikt door de frivole thuisploeg. Haller (strafschop), invaller Kristoffer Peterson en Edouard Duplan maakten het feest in De Galgenwaard steeds groter, tussendoor deed Mattias Johansson iets terug.