Verbazing in Nederland: 'Als direct betrokkene eis je toch diepgravend onderzoek?'
Er werd grondig onderzoek gedaan, er waren harde bewijzen en een bekentenis. Toch was de straf voor de Nederlandse matchfixer Paul R. erg laag, een voorwaardelijke celstraf van twee jaar. In de ogen van Valentijn Driessen, chef voetbal van De Telegraaf, zet dit de deur wagenwijd open voor matchfixers.
'Diverse achtereenvolgende ministers van Justitie in Nederland toonden slechts bezorgdheid en beleden met hun mond goede wil om het kwaad aan te pakken. Aan daadkracht ontbreekt het', begint Driessen in zijn column in De Telegraaf. 'Terwijl iedere sportbetrokkene matchfixing ziet als de bijl aan de wortels van geloofwaardige sportwedstrijden.'
'De rechterlijke macht geeft dus niet thuis in Duitsland evenals de opsporingsinstanties in Nederland', vervolgt Driessen zijn verhaal. 'Maar laatstgenoemden zijn verplicht in actie te komen door de Duitse zaak, de bekentenis van Rooie Paul, de link met het fixen van wedstrijden in de Jupiler League en een niet met naam genoemde Nederlandse scheidsrechter in Rooij's verklaring.'
'Het is een publiek geheim dat Rooie Paul de naam van Serdar Gözübüyük heeft genoemd tijdens zijn verhoren. De arbiter en de KNVB moeten in belang van beider geloofwaardigheid druk uitoefenen op het Openbaar Ministerie om de onderste steen boven te krijgen. In eerste instantie reageerden Gözübüyük en de KNVB verdacht lankmoedig op de verdachtmakingen en nu houden partijen zich opvallend stil. Als direct betrokkene eis je toch een diepgravend onderzoek om je naam en je competitie zuiver te houden? Om zodoende met schone handen verder te kunnen.'
'Echter, zo actief als de KNVB zich bewoog in de matchfixingszaak van Willem II'er Ibrahim Kargbo, zo stil blijft het nu in Zeist. Net zo stil als de laatste jaren bij het Openbaar Ministerie. Nederland smacht naar een crimefighter, die met dit dossier aan de slag gaat. Er ligt een koninkrijk op hem te wachten', aldus Driessen.