"Als hij zich verder ontwikkelt, scoort hij volgend seizoen twintig à 25 keer"
Met het definitief aantrekken van Sébastien Haller heeft FC Utrecht komend seizoen de beschikking over twee kwalitatief goede spitsen. Naast de Fransman heeft men in de Domstad ook Ruud Boymans. Blijft men 4-3-3 spelen of gaat het tweetal een koppel vormen?
Voormalig FC Utrecht-spits Igor Gluscevic weet nog hoe hij in zijn tijd speelde. "Samen met Dirk Kuyt. En dan Stefaan Tanghe er vlak achter. Dat was niet verkeerd en bovendien typisch Utrechts. Zoiets zou ook met Haller en Boymans kunnen", zegt Gluscevic in gesprek met het Algemeen Dagblad.
John van Loen denkt daar anders over. "Als je twee van zulke spitsen hebt, is het zonde er eentje op de bank te zetten. Houdt Utrecht vast aan de huisstijl van 4-3-3 dan moet één van hen op de flanken, dat lijkt me niks. Of ze voorin een duo kunnen vormen, moet nog blijken. Ik heb duo's gevormd met totaal verschillende spitsen: met Erik Willaarts en Michael Mols. Als er een klik is en de rolverdeling is helder, kan het een prima duo zijn."
Willaarts noemt de gunfactor als belangrijk onderdeel van een samenwerking. "Spitsen moeten egoïstisch zijn, maar als de ander er beter voorstaat, moet die bal er echt heen. Geen idee hoe deze twee jongens daar in staan, het zijn toch elkaars concurrenten. Je moet het niet erg vinden als de ander vaker scoort, maar voor spitsen is dat lastig."
Van Loen denkt in ieder geval wel dat het aantrekken van Haller een goede zet is. "Ja. Hij scoort makkelijk en is pas 21. Als hij zich verder ontwikkelt, scoort hij volgend seizoen twintig à 25 keer."