Champions League Elftal van het Jaar

VoetbalPrimeur Elftal van het Jaar: Champions League

9 juni 2015 om 13:00

De Champions League kwam zaterdag tot een schitterend einde met FC Barcelona als winnaar. De redactie van VoetbalPrimeur keek terug op het afgelopen seizoen en selecteerde het Elftal van het Jaar. 

Danijel Subasic (AS Monaco)
Geen Manuel Neuer, geen André ter Stegen en geen Gianluigi Buffon. Keeper Danijel Subasic van AS Monaco verdient een plek in het elftal van het jaar. De doelman van AS Monaco reikte met de Fransen tot de kwartfinale, waarin hij in twee wedstrijden maar één keer hoefde te vissen tegen Juventus en dat was ook nog eens een discutabele penalty. Kreeg in tien wedstrijden maar vijf goals tegen en in de groepsfase zelfs maar één.

Javier Mascherano (FC Barcelona)
Kreeg met Barcelona één treffer meer tegen dan mede-finalist Juventus. Waar collega-verdediger Gerard Piqué nog weleens de mist in ging, daar stond Mascherano altijd zijn mannetje. De Argentijn kwam twaalf van de vijftien wedstrijden in actie, pakte maar één gele kaart, ten opzichte van de twee van Piqué. Kwam ook vaker in actie dan de Spanjaard en wist één assist af te leveren.

Giorgio Chiellini (Juventus)
In maar één van de vijftien wedstrijden van Juventus in de Champions League, kreeg de Italiaanse ploeg meer dan twee doelpunten tegen. Laat dat nou net de finale zijn, waar Giorgio Chiellini ontbrak. De verdediging van Juventus stond dit seizoen als een huis. Samen met Leonardo Bonucci en Andrea Barzagli vormde hij de muur voor doelman Buffon.

Raphaël Varane (Real Madrid)
Maakte als jonge verdediger indruk in de Champions League. Oogt voor zijn leeftijd - hij is 22 - zeer volwassen en is een betrouwbare pion achterin. Real werd weliswaar in de halve finale uitgeschakeld door Juventus, maar Varane was belangrijk in de weg daarnaartoe. Moest uiteindelijk zijn meerdere erkennen in Alvaro Morata, de spits van Juventus maakte in Madrid de beslissende goal na geklungel achterin.

Neymar (FC Barcelona)
FC Barcelona was on fire. De ploeg scoorde dit seizoen 31 keer in de Champions League en daarvan kwamen er 27 van de voeten van Lionel Messi, Luis Suarez en Neymar. De Braziliaan maakte in de finale een einde aan de hoop van Juventus door diep in blessuretijd de beslissende 3-1 te maken. Dat was ook meteen zijn tiende treffer van het seizoen, waardoor hij samen met Messi en Ronaldo de topscorerstitel deelt.

Andrea Pirlo (Juventus)
De architect op het middenveld van Juventus. Zet de lijntjes uit en is de vrije-trappenspecialist bij de Italianen. Barstte in tranen uit toen FC Barcelona in de finale met 3-1 te sterk bleek. Hoopte zijn misschien laatste seizoen in dienst van Juventus af te sluiten met een prijs. De middenvelder zag een historische treble door zijn vingers glippen.

Thomas Müller (Bayern München)
Werd in de halve finale kansloos uitgeschakeld met Bayern München tegen de latere winnaar FC Barcelona. Toch ving Müller het gemis van Arjen Robben en Franck Ribéry op de flanken goed op. De middenvelder, die vaak als tweede spits achter Robert Lewandowski gebruikt wordt, kwam toch nog tot zeven doelpunten en drie assists.

Casemiro (FC Porto)
Real Madrid liet Casemiro zonder definitieve doorbraak vorig seizoen vertrekken naar FC Porto en heeft daar meteen spijt van gekregen. De Spanjaarden hebben de Braziliaan inmiddels weer teruggekocht na een uitstekend seizoen in Portugese dienst. Werd met Porto in de kwartfinale uitgeschakeld door Bayern München, maar Casemiro heeft dezelfde kenmerken als Pirlo bij Juventus, alleen is de middenvelder pas 23 jaar oud.

Lionel Messi (FC Barcelona)
Kon de topscorerstitel in de Champions League pakken als hij in de finale zou scoren voor FC Barcelona. De elfde treffer bleef ondanks verwoede pogingen uit, waardoor de titel gedeeld moet worden met Cristiano Ronaldo en ploeggenoot Neymar. Maar als onderdeel van het supertrio Neymar, Suarez en Messi was hij van onschatbare waarde voor de Catalanen. Met zes assists in vijftien wedstrijden doet Messi het ook net iets beter dan de sterspeler van Real Madrid, die op drie assists eindigde.

Luis Suarez (FC Barcelona)
Wie herinnert zich de twee treffers van Suarez niet tegen Paris Saint-Germain in de kwartfinale? Verdediger David Luiz werd toen zo te kijk gezet door de Uruguayaanse aanvaller, dat hij op social media helemaal werd afgemaakt. Suarez scoorde ook nog eens de 2-1 in de finale tegen Juventus en eindigde het succesvolle toernooi met zeven goals en drie assists. Ook de klik met Neymar en Messi viel op. Het trio verkeerde in supervorm dit jaar.

Alvaro Morata (Juventus)
Is pas 22 jaar, maar scoorde wel al vijf hele belangrijke doelpunten in de Champions League. De spits scoorde voor Juventus zowel in de finale (de 1-1) als in beide halve finales tegen Real Madrid. Morata is opgeleid door de Spanjaarden. In het Santiago Bernabéu zette hij zijn oude werkgever op zijn plaats door tien minuten na rust de gelijkmaker binnen te schieten en Real daarmee uit te schakelen.

Trainer: Massimiliano Allegri (Juventus)
De uitschakeling van Real Madrid door Juventus was misschien wel dé sensatie van het afgelopen Champions League-toernooi. De Italianen hadden niet de sterspelers die de Spanjaarden hadden, maar op strijd en met een ijzersterke mentaliteit wist Allegri de finale te halen. Helaas voor de trainer, die in de nationale competitie wel de landstitel en de beker wist te winnen, kon zijn ploeg een succesvolle campagne niet bekronen.

Ben jij het eens met dit sterrenelftal of mis je juist spelers? Laat het weten via onderstaand reactiesysteem!