Naar Chelsea vertrokken jeugdproduct heeft geen spijt: "Laat ze maar praten"

''Op voorhand weet je toch niet hoe het loopt. Als ik in Nederland was gebleven, had ik dan nu in Feyenoord 1 gespeeld?'', vraagt Aké zich af in gesprek met Voetbal International. De bescheiden verdediger zag zichzelf niet als het grootste talent van zijn lichting bij Feyenoord, en was dolgelukkig toen Chelsea aanklopte. ''Bij Feyenoord kwam ik in de C1 in een superlichting terecht met onder meer Tonny Vilhena, Jean-Paul Boëtius, Karim Rekik en Kyle Ebecilio. In die groep kon ik goed meekomen. Maar ik was geen supertalent."

Eerdergenoemde Rekik en Ebecilio vertrokken ook naar Engeland. "Er was veel aandacht van de media, iedereen had zijn mening klaar. Het ging vooral over de jongens die vóór mij de stap hadden gemaakt en niet waren geslaagd", vertelt Aké. Toch liet hij zich niet van de wijs brengen door de kritiek. "Ik had zoiets van: Laat ze maar praten. Mijn familie stond achter de keuze. Of ik heb getwijfeld? Natuurlijk. In eerste instantie heb ik zelfs nee gezegd. Tegen mezelf én tegen mijn ouders. Maar des te langer je erover nadenkt, des te meer je denkt: Dit is een unieke kans.''

Rekik en Ebecilio braken echter niet door in Engeland. "Dat zegt me niet zoveel. In mijn ogen heeft iedereen stappen gemaakt. Karim speelt bij een topclub in Frankrijk. Ze hebben profijt gehad van de transfer die ze hebben gemaakt. Daarom denk ik ook nog steeds dat ik een goede stap heb gemaakt. Natuurlijk zie ik weleens jongens van zeventien, achttien jaar in de Eredivisie spelen en denk ik: Had ik dat ook niet moeten doen? Daar tegenover staat dat ik al twaalf wedstrijden voor Chelsea heb gespeeld. Ik heb bij de kampioen van Engeland gespeeld, de winnaar van de Europa League. Dat neem ik allemaal mee.''