Bommeldingen weerhielden PSV bijna van Europa Cup-winst
De oefeninterland tussen Duitsland en Nederland werd dinsdag afgelast vanwege terreurdreiging. Voormalig PSV-voorzitter Jaques Ruts stond in 1988 tijdens de halve finale van de Europa Cup I tegen Real Madrid voor eenzelfde dilemma. Hij liet destijds ondanks bommeldingen doorspelen.
"Ik heb de wedstrijd amper gezien, was op van de zenuwen", vertelt Ruts tegen het Algemeen Dagblad. PSV en Real Madrid troffen elkaar op 20 april 1988, nadat de heenwedstrijd in Madrid in 1-1 was geëindigd. Het duel was nog geen twintig minuten bezig toen de eerste van in totaal drie bommeldingen binnenkwam. De politie nam de meldingen zeer serieus, stelt de oud-preses.
"Dan moet je in overleg met de hoofdcommissaris van de politie in Eindhoven meteen een beslissing nemen: staken of uitspelen", aldus Ruts. "Je hebt een stadion met dertigduizend man, de wedstrijd wordt 'live' uitgezonden in heel Europa. Wat gebeurt er als je staakt? Dan breekt er paniek uit. Vallen er gewonden en mogelijk ook doden. Gaat er een bom af, dan gebeurt hetzelfde."
Ruts besluit evenwel door te laten spelen. "Politieagenten zijn vanaf dat moment gaan zoeken. Het lastige was: het stadion werd verbouwd. Pakketjes met een bom konden overal liggen. Ik zal nooit vergeten dat ik op een gegeven moment een agent in burger naar de dug-out zag lopen en één voor één de reserveballen in handen nam om te inspecteren of er geen bom inzat."
Het eindsiginaal kwam als een verlossing, voor de PSV'ers op het veld die Real Madrid op 0-0 hielden, maar vooral ook voor Ruts. "Of ik bang was, weet ik niet meer. Wel nerveus. Het incident is niet te vergelijken met de terreurdreiging van nu. Die is wereldwijd, al waren er toen ook al aanslagen. Het is één van de moeilijkste beslissingen geweest."