Van der Heijden 'staat symbool' voor Feyenoord: 'Dan blijft het bij dromen'
Dat Jan-Arie van der Heijden pas na zijn doorbraak is omgeturnd tot centrale verdediger brak hem in het duel met FC Groningen (1-1) op. Dat schrijft Voetbal International-verslaggever Freek Jansen. De Feyenoorder pakte een rode kaart in de Euroborg.
'Afgelopen zondag was de grote achilleshiel van Van der Heijden opnieuw zichtbaar. Het pure verdedigersinstinct liet hem in de steek, waardoor hij de bewegende Albert Rusnák neer moest trekken. Een rode kaart was het gevolg, waarmee hij symbool stond voor het onvermogen van de hele ploeg', aldus Jansen.
'Uitgerekend op het moment dat Feyenoord kon profiteren van het puntenverlies van Ajax en PSV, maakte het elftal een labiele indruk. De Rotterdammers zakten in de eerste helft finaal door de ondergrens', concludeert de VI-verslaggever. Pas met tien man maakte Feyenoord wel een gretige indruk en kreeg het via Tonny Vilhena zelfs nog een uitgelezen kans op de zege.
Feyenoord beleeft desondanks de beste eerste seizoenshelft in vijftien jaar en hijgt Ajax in de nek. 'Toch ontbreekt er nog een allesbeslissend aspect: de killersmentaliteit om toe te slaan op de juiste momenten. Of zoals de trainer het noemt: omgaan met de druk van het moeten winnen. Zolang de ploeg daar niet mee kan omgaan, blijft het bij dromen over de Coolsingel.'