Het had zo mooi kunnen zijn: 9 Oranje-dingen die we missen op het EK
Oranje, wat heb je ons aangedaan. Hossend toogt heel Europa naar Frankrijk voor het EK en waar zitten wij? Thuis, op de bank, met onze oranje-attributen onder een dikke laag stof op zolder. De straten die elke twee jaar oranje kleuren zien er angstvallig kaal uit. Oranje, deze negen dingen gaan we zo ontzettend missen deze EK-zomer.
Volgepakte pleinen
Een groot tv-scherm, duizenden fans, de zon op je bol en een biertje in de hand. De wedstrijdspanning, nog een kwartier te gaan. Wie spelen er? De teleurstelling: 0-1 achter. Negentig minuten lang worstelen. En dan, twee minuten voor tijd: 1-1! Het plein ontploft. Een paar minuten later: strafschop, 2-1! De stad schudt op zijn grondvesten. Middagen zoals tegen Mexico, wat hadden we ze graag weer beleefd tijdens dit EK.
De passie van Robben
Kijk die bevlogenheid bij onze enige echte Oranje-leider, Arjen Robben. De man die zich tijdens het WK 2014 tot volksheld ontpopte door gewoon te zeggen waar het op staat. Goudeerlijk in zijn betoog, spelers aanpakken als het moet en niet in voetbalclichés vervallen. Wat een genot was Robben om te zien en te horen in Brazilië. Zijn enthousiasme en passie worden deze zomer gemist.
De Oranje-babes
Het oog wil ook wat als het voetbal niet aantrekkelijk genoeg is. De zonnig uitgedoste vrouwelijke Oranje-fans hóren gewoon bij een zomers eindtoernooi. Die ene keer in de paar jaar dat we daarvan mogen genieten is ons helaas niet gegund.
Onvergetelijke voetbalmomenten
Je kunt het hele clubseizoen wedstrijden kijken, maar zodra er een EK of WK begint is alles mooier: de sfeer, de goals, het voetbal, zelfs het weer. Je ziet hoogtepunten die jaren later nog op je netvlies gebrand staan. Wat was-ie mooi hè, de goal van Robin van Persie tegen Spanje. Terwijl je net naar de tafel reikte om een bitterbal te pakken - want Oranje kon toch niets uitrichten tegen Spanje - vloog Van Persie door de lucht op weg naar een van de mooiste doelpunten ooit gemaakt op een eindtoernooi. Eeuwig enieten.
Het Wij-gevoel
Dit was één van de mooiste beelden van het WK in Brazilië. Tim Krul - vlak voor de strafschoppenserie invallen en dé held zijn die Oranje naar de halve finale helpt - omringt door zijn ploeggenoten. Oranje was één op het WK. Iedereen kreeg zijn speelminuten, iedereen was belangrijk, iedereen werd gewaardeerd door de groep. Oranje was zoals Nederland tijdens een eindtoernooi: één. Voor vier weken een eensgezind land, voetbalfan of geen voetbalfan.
Het Oranje-geleuter
Heerlijk, al die praatprogramma's, 24/7. En een extra reden om voor elke wedstrijd een halfuurtje eerder in te schakelen: de interviews met Louis van Gaal tijdens de vorige WK-cyclus. Zeker tijdens de oefenwedstrijden in aanloop naar het WK in Brazilië, want dan werd Hans Kraay door SBS er weer op uitgestuurd. De twee kregen het maar niet voor elkaar om de haat jegens de ander te verbergen en dat zorgde voor botsing tot botsing. Spectaculaire televisie, rond elke interland weer.
De heldenverering
Even maakt het niet uit voor welke club een speler speelt. Oranje is van heel Nederland. Voor één maand in de twee jaar zijn onze jongens de onvoorwaardelijke helden. Zelfs bij een tweede plaats (zie het WK 2010) onthalen we Oranje alsof we wereldkampioen zijn geworden. Tijdens een eindtoernooi grijpen we werkelijk iedere reden aan voor een geweldig feest.
Het commentaar
Natuurlijk, de klanken van Jack van Gelder uit de radio terwijl je Oranje op tv ziet spelen. De stem van Jack hoort gewoon bij Oranje en Oranje hoort gewoon bij de stem van Jack. Helaas zullen we Jack door zijn Ziggo-move voorlopig ook niet meer bij het Nederlands elftal horen, dus dan zit er nog maar één ding op: DENNIS BERGKAMP, 2-1!
Samen verliezen
De pijn is groot bij een nederlaag. Maar we verliezen samen. Arm in arm. We komen er wel weer uit, ook uit dat dipje van nu. Met een nieuwe lichting talenten, nieuwe sterren die opstaan. Op het WK 2018 in Rusland zullen we alles wat een eindtoernooi zo mooi maakt, al het bovenstaande, weer gaan meemaken. En dan misschien, heel misschien, staan we dan over twee jaar weer tot onze middel in de Amsterdamse grachten: dit keer met een wereldbeker in onze handen.