RB Leipzig-brein: "Nederlandse clubs hebben moeite die vertaalslag te maken"

"Ajax was, is en blijft interessant vanwege zijn opleidingsstructuur, vanwege de kansen die aan jonge spelers worden gegeven en vanwege de positieve spelstijl", zegt Rangnick. "Maar Ajax is voor mij vooral Johan Cruijff en als het om voetbal gaat, zit Johan in mijn diepste wezen verankerd."

Als voetballer én als coach hield Rangnick van Cruijff, maar volgens de directeur zijn de opvattingen van de eeuwige nummer veertien moeilijk in het huidige voetbal toe te passen. "Als je de bal hebt kan de tegenstander niet scoren, was een wijsheid van hem. Het balbezit-principe waar die uitspraak op gestoeld was, doet geen opgeld meer. Het zegt mij niets dat een ploeg zeventig procent van een wedstrijd balbezit heeft. Het gaat erom wat je met die bal doet. Voetbal is een verticaal spel geworden, waarin je ruimte creëert en de bal zo snel mogelijk naar de helft van de tegenstander verplaatst. Als RB Leipzig in een wedstrijd dominant is hebben wij soms maar tien of elf seconden de bal. Daarna moet er al een doelgerichte actie volgen."

Cruijff zei ook dat je een wedstrijd altijd wint als je op zeven of acht posities spelers met meer individuele kwaliteiten hebt. "Ook dat werkt niet meer. Ploegen als Liverpool of Bayer Leverkusen vallen je met twee of drie spelers aan als jij de speler in balbezit bent. Steeds weer, negentig minuten lang. Nederlandse clubs hebben in mijn beleving moeite om die vertaalslag naar het moderne voetbal te maken. Nederlanders kijken nog steeds naar het spel met de ogen van Wat kunnen we doen als we de bal hebben? Wij redeneren volgens het principe: Wat moeten we doen als we de bal nìet hebben? Pressen dus", aldus Rangnick in gesprek met Voetbal International.