Geheim Feyenoord-wapen in titelstrijd: "Tot voor kort helemaal niet mogelijk"
Het is bij Feyenoord de grote vraag of de reservespelers net zo fit zijn als de spelers in de A-kern. Trainer Giovanni van Bronckhorst zag maandag Renato Tapia, Michiel Kramer, Marko Vejinovic en Simon Gustafson meedoen met het tweede. Volgens het Algemeen Dagblad was het goed te zien dat hun optredens in het beloftenelftal een verplicht nummertje zijn.
Wat als de Feyenoord-trainer ineens een beroep moet gaan doen op zijn reserves? Zijn ze dan fit genoeg? "Ik heb bij Feyenoord een heel grote selectie, dus zitten er tussen mijn spelers flinke verschillen in het aantal gespeelde wedstrijden", zegt Van Bronckhorst in het Algemeen Dagblad. "We kijken dus heel scherp naar de inspanningen per speler. We willen ervoor zorgen dat iedereen dezelfde belasting krijgt, al is dat niet eenvoudig."
En hoe fit ze zijn wordt nauwkeurig bijgehouden door data. Analist David van Maurik brengt alles in kaart. Snelheden, looplijnen en afstanden. "Ik krijg heel nauwkeurig te zien of mijn spelers tijdens trainingen in het rood komen", aldus Gio. "ls dat te lang het geval is, kunnen we daar snel in schakelen. Zelfs tijdens die bewuste training nog. Dat was hier tot voor kort helemaal niet mogelijk. In de praktijk reageren we dus als blijkt dat spelers te vermoeid raken."
Van Maurik werd in 2015 weggekaapt bij Ajax en is dus een geheim wapen in de titelstrijd. "De verhouding tussen arbeid en rust is wat mij betreft heel erg belangrijk. We hebben nu, op Sven van Beek na, alle spelers fit. Het maakt het werk van een trainer zoveel makkelijker, want ik kan simpelweg uit meer spelers kiezen."